Erik De Belie ontwikkelde het begrip “Wederzijdse emotionele beschikbaarheid”. Het omvat de volgende dimensies: sensitieve responsiviteit (aanvoelen en afgestemd reageren), het bieden van structuur (houvast en helpende grenzen) en voldoende persoonlijke ruimte voor veerkracht van de cliënt. Ook mildheid naar zowel begeleiders al cliënten is belangrijk. Daarnaast wordt gekeken of de cliënt positief reageert op deze beschikbaarheid (wederkerigheid). Als dat zo is dan kunnen cliënten zich veiliger hechten en worden hun mogelijkheden om stress of emoties te reguleren en hun vermogen om te mentaliseren ondersteund. Als een team met begeleiders zelf goed kan mentaliseren en omgaan met stress vormen zij een veilige basis voor emotionele verbinding.
Mentaliseren
Mentaliseren wordt door De Belie omschreven als emotioneel begrijpen. In het contact met je cliënten schenk je zowel aandacht aan je eigen gedachten, gevoelens, verlangens en overtuigingen als aan de binnenwereld van de cliënt. De binnenwereld van je cliënt kun je proberen af te leiden uit zijn gedrag en relationeel appel. Je hebt aandacht voor de mentale toestanden die ten grondslag aan ieders gedrag liggen
Hoe leren mensen mentaliseren?
Een voorwaarde voor het goed leren mentaliseren is dat mensen zich veilig en verbonden voelen met hun ouders, begeleider, leerkracht of partner. De theorie over mentaliseren is dan ook een aanvulling op de gehechtheidstheorie. Ouders die zelf goed kunnen mentaliseren, geven deze vaardigheid door aan hun kinderen, door gevoelens, gedachten en wensen van het kind te benoemen en door het kind te stimuleren en te steunen bij (nieuwe) activiteiten.
De ontwikkeling van het mentaliseren gaat in een aantal fasen en hangt samen met de ontwikkeling van het ik-besef. Als ouders emoties op een juiste manier spiegelen (door bijvoorbeeld te zeggen “ik zie dat je boos bent” als een kind boos is), worden kinderen zich steeds meer bewust van het eigen ik. Daarnaast is ook een speelse houding van de opvoeder heel belangrijk. Het spel van kinderen speelt ook een belangrijke rol in het leren mentaliseren.
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen door hun beperkingen minder goed mentaliseren. Toch is het ook voor deze groep mogelijk om het (tot op zekere hoogte) te leren. Francien Dekker en Paula Sterkenburg ontwikkelden hiervoor de methode Mentaliseren Bevorderende Begeleiding.
Regulatie van stress en emoties
Het kunnen mentaliseren is een belangrijke vaardigheid om jezelf en de ander te begrijpen en met elkaar om te kunnen gaan. Goed kunnen mentaliseren geeft mensen een voordeel op persoonlijk vlak. Door betekenis te kunnen geven aan je eigen mentale toestanden (zoals emoties, gedachten, wensen, intenties, enzovoorts) ga je meer van jezelf begrijpen. Dit zorgt ervoor dat je beter in staat bent om emoties en stress te reguleren.
Nieuwsgierigheid
Wanneer je nieuwsgierig bent naar wat jouw cliënten drijft en hoe je door hen geraakt wordt, kan je op zoek gaan naar de gedachten, gevoelens, verlangens en overtuigingen die mogelijk schuilgaan achter hun uitdagende gedrag. Zo zou je bijvoorbeeld kunnen zien dat kwaadheid bij een cliënt een uiting is van verlatingsangst. Hierdoor kun je anders reageren op die kwaadheid. Je gaat dan nog wel afgrenzen en kanaliseren, tegelijkertijd heb je oog voor wat de cliënt nodig heeft om stress en emoties te reguleren.
Wanneer lukt het niet goed om te mentaliseren
Als begeleiders in staat zijn om te mentaliseren dan vormt dit een veilige basis voor emotionele beschikbaarheid. Er zijn situaties waarbij het mentaliseren niet zo goed lukt, bijvoorbeeld bij veel stress. Soms kan de persoonlijke problematiek van cliënten invloed hebben op begeleiders. De Belie beschrijft dat overdracht van onveiligheid uit het verleden van de cliënt tot tegenoverdracht kan leiden bij begeleiders, die zich op hun beurt weer onveilig gaan voelen.
Tolerantievenster voor stress
Om zowel begeleiders als cliënten te helpen bij het omgaan met stress, is het tolerantievenster voor stress een bruikbaar hulpmiddel. Als een cliënt (of team) in de groene zone (met weinig stress) zit dan is deze goed aanspreekbaar en in staat om te leren van positieve en negatieve ervaring. Als de stress oploopt, dan komen mensen in de oranje zone terecht. Het is dan de kunst om ervoor te zorgen dat iemand weer terug komt in de groene. Als dat niet lukt, schiet iemand door naar rood waarbij de hoogspanning kan leiden tot vechten of vluchten dan wel het wegzinken in machteloosheid of bevriezen. Het is dan nodig om te zoeken naar een manier waarop een persoon weer tot rust kan komen en kan bijtanken.
Tolerantie venster voor stress. Bron Erik De Belie
Ondersteuning van teams
Volgens De Belie is het belangrijk voor begeleiders om zich “goed genoeg” af te stemmen op de noden van hun cliënten, want niemand is perfect. Daarom is het belangrijk dat teams worden ondersteund in het vergroten van hun eigen mentaliserend vermogen en mogelijkheden om stress te reguleren. Ook voor begeleiders is het nodig om binnen het team negatieve emoties te mogen ventileren. Daarna komt de ruimte om tijdelijk vastgelopen situaties weer te herstellen.
Meer leren over de ondersteuning bij het reguleren van stress?
FORTIOR organiseert in samenwerking met Erik De Belie de studiedag “Mentaliseren als veilige basis voor emotionele verbinding”. Lees hier meer over deze studiedag>>
Bronnen:
Belie, De, E. (2013) Reguleren van stress en mentaliseren: een veilige basis voor emotionele beschikbaarheid. Artikel in Balans Bekijk het artikel hier>>
Het boek “Wederzijdse emotionele beschikbaarheid” van Erik de Belie en Geert van Hove (red) bekijk dit boek hier>>
Het boek “Mentaliseren kun je leren” van Francien Dekker en Paula Sterkenburg bekijk dit boek hier>>