Aandacht voor seksuele gezondheid is belangrijk in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Als je hier aandacht aan besteedt, dan is het ook belangrijk om rekening te houden met de emotionele ontwikkeling. Beide ontwikkelingsdomeinen gaan namelijk over basisbehoeften. Het vervullen van deze behoeften draagt bij aan een gezonde ontwikkeling. Een gezonde emotionele en seksuele ontwikkeling zorgen ervoor dat iemand beter in staat is om relaties aan te gaan en zich gelukkiger voelt. In deze blog lees je wat seksuele gezondheid is en hoe je cliënten met een verstandelijke beperking hierbij kunt ondersteunen rekening houdend met hun emotionele ontwikkeling.
Seksualiteit houdt meer in dan alleen vrijen of geslachtsgemeenschap. Het is een centraal aspect in het leven van ieder mens. Het omvat seks, genderidentiteit, seksuele oriëntatie, erotiek, plezier, intimiteit en voortplanting. Mensen geven seksualiteit vorm door onder andere gedachten, fantasieën, waarden, gedrag, enzovoorts. Seksualiteit is zowel lichamelijk als emotioneel en kan alleen of samen met anderen worden beleefd.
Lang werd gedacht dat mensen met een (verstandelijke) beperking geen volwaardig seksueel leven zouden kunnen krijgen. Het onderwerp seksualiteit werd dan ook vaak niet besproken. Meer en meer dringt het besef door dat ieder mens seksuele gevoelens en behoeften heeft ongeacht de beperking of ontwikkelingsniveau.
Ieder mens met of zonder beperkingen maakt namelijk een seksuele ontwikkeling door. Het begint in de vroege kinderjaren en zet zich door in de pubertijd en volwassenheid. De seksuele ontwikkeling bestaat uit een samenspel tussen lichamelijke, cognitieve, emotionele, sociale, relationele, ethische, religieuze en culturele factoren. Seksueel gedrag en seksuele gevoelens zijn niet gekoppeld aan een specifiek emotioneel ontwikkelingsniveau want het lichaam rijpt volgens de kalenderleeftijd. Een achterstand in de emotionele en cognitieve ontwikkeling heeft echter wel gevolgen voor de manier waarop seksuele gevoelens worden beleefd en geuit.
De World Health Organisation (WHO) definieert seksuele gezondheid als volgt:
“Seksuele gezondheid is een met seksualiteit verbonden toestand van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn. Seksuele gezondheid is dus meer dan alleen de afwezigheid van ziekte, disfunctie of zwakte. Seksuele gezondheid vereist een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en seksuele relaties. Seksuele gezondheid vereist ook het mogen en kunnen aangaan van plezierige en veilige seksuele ervaringen; zonder dwang, discriminatie en geweld. Om seksuele gezondheid te bereiken en te behouden, moeten de seksuele rechten van alle personen worden gerespecteerd, beschermd en gerealiseerd.”
Seksuele gezondheid hangt samen met de seksuele rechten van ieder mens en of deze worden gerespecteerd. Internationaal zijn seksuele rechten vastgelegd in verdragen die door de meeste landen zijn ondertekend. Ze sluiten aan op de universele rechten van de mens. Deze seksuele rechten vormen een belangrijk uitgangspunt bij de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking bij hun seksuele gezondheid.
Dit zijn de seksuele rechten die door de WHO zijn opgesteld:
In 2022 schrijft Welmoed Visser-Korevaar in een themanummer van SOZIO dat professionals vaak door een “veiligheidsbril” naar seksualiteit bij cliënten met een verstandelijke beperking kijken. Zeker bij (seksueel) probleemgedrag ligt de focus op de omgeving, de situatie en de mensen om de cliënt heen die het gedrag als problematisch er varen. Er is te weinig zicht op de wensen en verlangens van de cliënt. Terwijl hier de kansen voor ontwikkeling en groei liggen. Welmoed Visser-Korevaar pleit ervoor dat er wat vaker door een “roze bril” wordt gekeken naar seksualiteit. Ze pleit voor meer aandacht voor seksueel plezier.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben ondersteuning nodig bij de ontwikkeling van hun seksuele gezondheid. Bij voorkeur gebeurt dit preventief en niet alleen op het moment dat er problemen zijn.
Ouders en opvoeders hebben een belangrijke rol bij de seksuele opvoeding van kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking. Op de eerste plaats is een veilige omgeving belangrijk waarin een veilige gehechtheidsrelatie kan worden opgebouwd.
Voor de ontwikkeling van seksuele gezondheid hebben mensen met een verstandelijke beperking een affectiefrijk pedagogisch klimaat nodig. In een affectiefrijk pedagogisch klimaat leven ouders en ondersteuners een positief, liefdevol en intiem gedrag voor en wordt een positieve boodschap uitgedragen over seksualiteit. In een dergelijk klimaat komen mensen met een verstandelijke beperking in aanraking met positieve voorbeelden op het gebied van affectie, omgaan met eigen lichaam en seksualiteit. Cliënten hebben ook ruimte nodig om op een veilige manier te experimenteren met intimiteit en seks.
Het is ook belangrijk dat mensen met een verstandelijke beperking voorlichting en informatie krijgen over intimiteit, seksualiteit en relatievorming. Het is daarbij nodig dat rekening wordt gehouden met de cognitieve beperkingen van de persoon. Zo kan er aangepast voorlichtingsmateriaal worden gebruikt, mogelijk moet de informatie meerdere keren worden herhaald of moeten vaardigheden vaker worden geoefend.
Bij seksueel gedrag spelen socialisatie en seksuele scrips een belangrijke rol, zowel bij de cliënt als de begeleiders. Je eigen positieve of negatieve ervaringen, de kennis die je hebt opgedaan en de boodschappen die je hebt meegekregen zijn bepalend voor het kijken en omgaan met seksualiteit. Bijvoorbeeld: als een cliënt in zijn leven voortdurend gehoord heeft dat je ziek wordt van masturberen, dan is de kans kleiner dat iemand aan masturberen plezier beleeft. Deze persoon kan zelfs angsten hebben ontwikkeld bij het masturberen. Als een cliënt is opgegroeid in een omgeving waar de culturele of religieuze norm homoseksualiteit afwees, dan is de kans kleiner dat iemand zich bijvoorbeeld toegerust voelt om zijn/haar eigen seksualiteit verder te exploreren met een partner van hetzelfde geslacht.
Volgens Welmoed Visser-Korevaar is het noodzakelijk om aandacht besteden aan de socialisatie en het seksuele script. Dit is enerzijds van belang voor het duiden van de seksuologische vraag van de cliënt; anderzijds biedt dit ook mogelijkheden voor individuele professionals, teams en organisaties die werken rondom deze vraagstukken. Dit geldt vooral wanneer bepaalde in- of expliciete normen en overtuigingen het bevorderen van de seksuele gezondheid van cliënten kunnen belemmeren.
Gedurende de ontwikkeling van baby tot volwassene ontwikkelt zich een (seksuele) identiteit. Deze kristalliseert zich steeds verder uit naarmate het ouder worden. De relatie met je eigen lichaam ligt aan de basis van je identiteitsvorming. Er is een verband tussen je eigen lichaamsbesef en de verbondenheid met anderen. Een van nature opgebouwd lichaamsbesef is de basis van het ontwikkelen van een gezonde identiteit en daarmee ook een gezonde seksualiteitsbeleving.
Aanraken speelt een rol bij lichaamsbesef. Door je lijf te ervaren ontstaat namelijk lichaamsbesef. Je wordt jezelf gewaar van wat er in je lichaam gebeurt, of je de sensaties prettig vind of juist heel naar. Zonder gezonde aanrakingservaringen leren kinderen hun grenzen niet herkennen. Je hebt ook lijfelijke ervaring met gewenste intimiteiten nodig om goed van fout te kunnen onderscheiden.
In sommige instellingen of scholen rust een taboe op aanraken. Ook tijdens de coronacrisis moest afstand worden gehouden en mocht je elkaar niet zomaar mee zoenen of knuffelen. Voor veel mensen bleek dit een groot gemis te zijn.
Bij het bevorderen van deze seksuele gezondheid is het ook belangrijk aandacht te besteden aan de emoties, gevoelens en behoeften van de persoon. Emoties en seksualiteit zijn beide uitingsvormen van diepgewortelde behoeften. Het zijn basisdrijfveren die zichtbaar worden in expressie en gedrag. Ieder mens heeft deze behoeftes. Gevoelens maken je bewust van deze behoeftes. Een emotie is sterker dan een gevoel. Het is een acute, kortstondige, met verwarring en fysieke veranderingen gepaard gaande reactie. Bij emoties ontstaat de drang tot handelen. (Vonk & Hosmar, 2009)
Mensen kunnen leren om doelgericht met hun emoties om te gaan en ze om te buigen tot gevoelens. Dit gebeurt door gevoelens te verwoorden, een plek te geven en te begrijpen waar ze vandaan komen. Deze bewustwording voorkomt dat behoeften zich uiten in impulsieve emoties waardoor de persoon zelf of anderen beschadigd worden door bijvoorbeeld ongezond seksueel gedrag, seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik.
Emotionele ontwikkeling is een dynamisch proces waarbij primaire basale emoties zich gedurende de kindertijd ontwikkelen tot een gedifferentieerd gevoelsleven. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Em. prof. dr. Anton Došen (psychiater) is de grondlegger van het model voor emotionele ontwikkeling. In dit model beschrijft hij vijf fasen (emotionele ontwikkelingsniveaus). Došen gaat er vanuit dat de emotionele ontwikkeling van jongens en meisjes met een verstandelijke beperking in dezelfde volgorde verloopt als die van kinderen met een normale ontwikkeling. De emotionele ontwikkeling verloopt alleen trager en kent een plafond.
Het emotionele ontwikkelingsniveau is een belangrijke indicator voor wat een persoon aankan; het geeft aan wat de draagkracht van een persoon is. Dit is geen statisch gegeven. Onder invloed van gebeurtenissen en de omgeving kan het emotioneel functioneren van een cliënt wisselen. Aansluiten bij het emotionele ontwikkelingsniveau van een cliënt met een verstandelijke beperking is steeds meer de norm geworden in de gehandicaptenzorg. Het emotionele ontwikkelingsniveau heeft gevolgen voor de manier waarop seksuele gevoelens worden beleefd en geuit.
Jolanda Vonk en Welmoed Visser-Korevaar (beide orthopedagoog en seksuoloog) schreven in het handboek “emotionele ontwikkeling & verstandelijke beperking” dat aandacht voor het ondersteunen van seksuele gezondheid thuis hoort in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Kennis van de emotionele ontwikkeling is een goede basis om de seksuele hulpvraag van mensen met een verstandelijke beperking te kunnen begrijpen en daarmee de seksuele gezondheid te bevorderen.
Inmiddels zijn aan het model voor emotionele ontwikkeling ook fase 6 en 7 toegevoegd. Jolanda Vonk beschrijft deze fasen uitgebreid in haar nieuwste boek “Emotionele ontwikkeling. Over basisbehoeften en draagkracht, kwetsbaarheid en plezier”. Ook besteedt Jolanda Vonk in haar boek veel aandacht aan het verband tussen emotionele en seksuele ontwikkeling. Per fase in de emotionele ontwikkeling worden concrete aanbevelingen gegeven voor hoe een cliënt kan worden ondersteund op het gebied van seksualiteit.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Welmoed Visser-Korevaar de studiedag “Emotionele en seksuele ontwikkeling: het bevorderen van seksuele gezondheid”. De studiedag gaat over de wijze waarop de seksuele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking verloopt en instrumenten om de seksuele ontwikkeling in kaart te brengen. Daarnaast is er aandacht voor de samenhang tussen emotionele ontwikkeling en seksuele ontwikkeling ten behoeve van het stimuleren van de seksuele gezondheid.
Schrijf je hier in voor deze studiedag >>
Bronnen
Webpagina: https://www.begrensdeliefde.nl/
Publicatie ‘Aanraken is een levensbehoefte’ van platform EMG.
Studiedag “Seksuele en emotionele ontwikkeling: het bevorderen van seksuele gezondheid” door Welmoed Visser-Korevaar in februari 2019 https://www.fortior.info/trainingen/open-inschrijving/seksuele-en-emotionele-ontwikkeling-bevorderen-van-de-seksuele-gezondheid/
Visser-Korevaar, W. & Vonk, J. (2017). Seksuele en emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking. In J. de Bruin, J. Vonk, A. van den Broek & B. Twint (Red.), Handboek emotionele ontwikkeling & verstandelijke beperking. Amsterdam: Boom.
Visser-Korevaar, W. (2022) Kijken door een roze bril leidt tot seksuele gezondheid in het themanummer over ‘Probleem ≠ gedrag‘ van SOZIO (jaargang 27 – nr. 4). https://cce.nl/publicatie/kijken-door-de-roze-bril-leidt-tot-seksuele-gezondheid
Vonk, J (2021) Emotionele ontwikkeling: over basisbehoefte, draagkracht en plezier. Den Haag: Acco Bekijk het boek hier>>
Stoffelen, J.M.T., Shaafsma, D., Kok, G., Curfs, L.M.G (2017) Sexual Health of People With an intellectual Disability In Fisher, M. (Red.) International Review of Research in Developmental Disabilities Amsterdam: Elsevier.