Terug naar het overzicht

Haptonomie in de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking

Aantal keer bekeken: 3530 views

Geschreven door Yvonne Harbers-Govers (haptotherapeut)
Mensen met een verstandelijke beperking hebben behoefte aan sensitieve mensen die voor hen zorgen en hen begeleiden, omdat zij zich meestal niet goed verbaal kunnen uiten. Nog veel meer dan bij mensen zonder een verstandelijke beperking verloopt de communicatie via bewuste en onbewuste signalen van het lichaam. Haptonomie biedt interessante aanknopingspunten in de ondersteuning van mensen met een (ernstige) verstandelijke beperking.

 

Feilloos aanvoelen

Cliënten met een verstandelijke beperking kunnen zeer goed voelen, enerzijds doordat ze minder belemmerd worden door te veel nadenken, anderzijds doordat andere zintuigen vaak minder goed werken dan bij mensen zonder verstandelijke beperking. Zij laten heel direct zien wat hun gevoelsreacties zijn. Zij reageren vanuit het ‘lust – onlust – principe”. Ook voelen zij vaak feilloos aan hoe het met hun begeleiders is. Ze merken direct of begeleiders er met hun aandacht wel bij zijn en of ze oprecht zijn in wat hun lichaam uitstraalt.

 

Oprecht

Doordat cliënten met een verstandelijke beperking je zo feilloos aanvoelen, moet waarnemen met je gevoel. En dat wat je voelt, kun je vervolgens weer terug laten voelen. Woorden kunnen niets verdoezelen. Mensen zonder verstandelijke beperking zien vaak alleen de buitenkant van anderen. Mensen met een verstandelijke beperking zien juist je werkelijke ik. Zij zijn oprecht in wat zij uitstralen (ook al kan en wil niet iedereen zien wat ze bedoelen) en dat maakt dat je zelf ook oprecht naar hun toe moet zijn. Op deze manier ontstaat er een wederzijdse bevestiging, voelen beiden zich gezien.

 

Uitdagingen in contact en communicatie

Contact en communicatie is voor mensen met een (ernstige) verstandelijke beperking net zo belangrijk als voor ieder ander. Contact is de behoeftes van je cliënt zien en daarop inspelen. Bij contact en communicatie kunnen de volgende uitdagingen voorkomen:

 

1. lichaamstaal

In een ontmoeting wordt altijd gecommuniceerd. Dit kan met woorden, maar de grootste bijdrage aan de communicatie levert je eigen lichaamstaal. De haptonomie gaat er van uit dat de mens geen lichaam heeft, maar zijn lichaam is.

Jouw lijf vertelt wie, en wat je bent, het vertelt je eigen verhaal. Dit verhaal is deels voelbaar voor de ander, net zoals het ook zichtbaar en hoorbaar is, via dit lijf. Zo kan je bijvoorbeeld voelen dat jijzelf of de ander zich onzeker en onveilig voelt, of een tekort aan zelfvertrouwen ervaren.

Doordat iedereen het tegenwoordig druk heeft en veel mensen erg letten op wat hun omgeving van hen verwacht zijn de meeste mensen niet meer gewend om te luisteren naar wat hun lichaam vertelt of laat voelen. Van jongs af aan leren mensen naar het verstand te luisteren, het voelen wordt genegeerd.

 

2. interactie

Iedereen verwacht wederkerigheid in een interactie. Maar bij cliënten met een (ernstige) verstandelijke beperking zal er meer initiatief van de begeleiders nodig zijn. Sommigen zullen de cliënt extra beschermen, waardoor de cliënt beknot kan worden in zijn initiatieven. Anderen ontkennen of onderschatten (de mate van) de beperking en kunnen daardoor de cliënt overvragen.

Affectieve communicatie veronderstelt een op elkaar afgestemd geraken, het leren herkennen van bepaalde gedragingen bij de ander en daar op herkenbare wijze op reageren. Dergelijke informatie is niet gemakkelijk over te dragen. Vaak vergeten teams zelfs deze kennis over te dragen, waardoor nieuwe medewerkers telkens opnieuw ervaringskennis moet opbouwen.

 

3. effectiviteit

Door de grote werkdruk wordt er vooral effectief gewerkt. Dit kan alleen als begeleiders zich afsluit voor gevoelens. Het is dan niet meer mogelijk om in een affectief contact te treden, de wederkerigheid verdwijnt. De begeleiders raken vervreemd van hun oorspronkelijke motivatie voor dit werk. Om grip op de situatie te houden ontstaat er een beheersmatige cultuur in plaats van een ondersteunende cultuur.

Bij de cliënt treedt het gevoel op een ding te zijn, een last. Om dit te overleven worden gevoelens verdrongen en zal hij zich sluiten. Iemand die gesloten is wil liever niet aangeraakt worden. Toch is er hulp in de verzorging nodig en zal de cliënt de begeleiders in de intieme zone moeten toe laten. Hij zal zich terugtrekken in zijn lijf en een eenzaam en leeg gevoel overhouden. De één zal hierop reageren met agressie, als een manier om zich staande te houden, een ander wordt passief. Sommigen zullen zelfstimulerend gedrag ontwikkelen (herhalen van bewegingen, automutilatie) om zichzelf gewaar te blijven.

 

Haptonomie

In de haptonomie kijkt men vooral naar eigenschappen van de tast. De tast is namelijk grootste zintuig van mensen. Net als de andere zintuigen kun je met de tast, het gevoel richten (zoals turen, de oren spitsen, lucht opsnuiven enz.).

Deze eigenschappen van de tast zijn: naderen, ruimte, doorvoelen en uitnodigen. Vanzelf gaat het dan ook over grenzen, openen en sluiten.

 

Jezelf kennen

Het is belangrijk van jezelf te weten hoe je omgaat met de ruimte om je heen (ben je naar voren of achteren gericht, neem je veel of weinig ruimte in, kun je ruimte delen), of je goed kan doorvoelen, of je meer uitnodigend of dwingend bent enzovoorts.

Het is ook belangrijk dat je weet hoe het met jou op ieder moment is. Als je het druk hebt (of vindt dat je het druk hebt) dan heb je niet meer de ruimte om er werkelijk voor de ander te zijn. Doen alsof je er voor de ander bent heeft geen zin, want je moet wel thuis zijn om iemand te kunnen ontvangen.

Hoe beter je dit van jezelf weet, hoe makkelijker het is om op de ander af te stemmen. Immers, als je het van jezelf niet weet is het moeilijk om erachter te komen waar de afstemming met de ander eventueel hapert.

Een aantal van die punten om bij jezelf en/of anderen te bekijken zijn:

  • Is er contact met de ander
  • Heb je bijvoorbeeld alleen de hand van de ander vast of neem je de hele persoon bij de hand
  • Hoeveel steun geef je? Probeer wat precies voldoende is, zodat je niet teveel of te weinig ondersteunt
  • Ben je allebei nog actief, of is de ander passief
  • Is de ander nog autonoom
  • Is het tempo voor allebei te doen
  • Let je op het maken van contact vóór je iets samen doet en bij het weer afsluiten van het contact
  • Zeggen je lichaamstaal en gesproken taal hetzelfde (zijn ze congruent) of spreken ze elkaar tegen

 

Meer bewust zijn

In de zorg beseft men vaak niet hoeveel invloed jezelf hebt op het gedrag van de cliënt. Ook het belang van contact maken en het ook weer afsluiten wordt vaak vergeten. Bij cliënten met een verstandelijke beperking is de prikkelverwerking vaak wat langzamer, dus moet je even wachten bij het maken van contact. Als er contact is stel je je open voor elkaar. Gaat dan de telefoon of loopt er iemand langs dan gaat heel snel onze aandacht daarheen. Maar de cliënt staat nog open, en voelt zich dan letterlijk alleen staan. Duidelijk afronden van contact is heel belangrijk, niet alleen met woorden, maar vooral vanuit het lichamelijke door je gevoel weer wat terug te nemen.

Door bewuster naar je eigen lijf te luisteren kun je beter voelen/begrijpen wat er gebeurt in het contact met de ander en kun je daar adequater op reageren. Hierdoor voelt de cliënt zich gezien en ontstaat er meer wederkerigheid, meer plezier in het contact met elkaar.

 

Meer leren over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking?

FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod

 

 

Geïnteresseerd in meer artikelen zoals deze?
Blijf dan op de hoogte via onze nieuwsbrief.

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen