Terug naar het overzicht

Problematisch gedrag en emotionele ontwikkeling

problemen in sensorische informatieverwerking Aantal keer bekeken: 2106 views

Problematisch gedrag is een belangrijk onderwerp, omdat het relatief vaak voorkomt bij mensen met een verstandelijke beperking. Het is het voor professionals doorgaans een hele opgave goed met problematisch gedrag om te gaan. In deze blog lees je meer over het verband tussen dit gedrag en de emotionele ontwikkeling zoals die door Anton Došen is beschreven.

 

Problematisch gedrag

In dit artikel is gekozen voor de algemene term “problematisch gedrag” om gebruikelijke aanduidingen als ongewenst gedrag of moeilijk verstaanbaar gedrag te omzeilen. Ongewenst houdt een afkeuring in van het gedrag. En moeilijk verstaanbaar is het gedrag ook niet altijd. Met de nodige kennis is het gedrag meestal wel te begrijpen.

 

Problematisch gedrag is vanuit de persoon met een verstandelijke beperking gezien een noodkreet, een signaal dat er iets niet goed zit en dat hij vastloopt. Daarmee doet hij een appèl op zijn omgeving om een probleem op te lossen. Voor zorgverleners (en anderen in de buurt van de persoon) is het problematisch dat dit gedrag het contact verstoort.

 

Goed begrip

Gedrag en dus ook problematisch gedrag is het resultaat van de interactie tussen de persoon met een verstandelijke beperking en zijn omgeving. De manier waarop de omgeving omgaat met die persoon heeft een grote invloed op het ontstaan en in stand houden van problematisch gedrag. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het verschil maakt hoe begeleiders gedrag interpreteren: ongewenst gedrag dat niet begrepen wordt, kunnen ze gemakkelijk interpreteren als opzet “dat doet hij of zij om mij te pesten” in tegenstelling tot meevoelen “zij of hij kan er niets aan doen”.

 

Als gedrag verkeerd wordt begrepen, bestaat het risico dat gekozen wordt voor de verkeerde behandeling. Zo komt het regelmatig voor dat psychofarmaca worden ingezet als “gedragsregulerende ” medicatie. Dat kan tijdelijk om een crisis te bezweren, maar deze aanpak is geen afdoende oplossing voor de lange termijn. De vastgelopen cliënt is pas echt gebaat bij een ondersteuning die rekening houdt met zijn emotionele ontwikkeling.

 

Emotionele ontwikkeling geeft inzicht in problematisch gedrag

Voor de beoordeling van problematisch gedrag en van de ernst ervan kunnen zorgverleners gebruik maken van de indeling van Anton Došen in adaptief (aangepast) en maladaptief (onaangepast gedrag of probleemgedrag) en psychiatrische stoornissen. Deze indeling helpt de professional om rekening te houden met het emotionele ontwikkelingsniveau van de cliënt.

 

Behoeften van mensen zijn op elk emotioneel ontwikkelingsniveau weer anders. Zo heeft de cliënt bijvoorbeeld, die nog in de eerste fase van de emotionele ontwikkeling, de babyfase, zit, behoefte aan ondersteuning bij het zich inpassen in het ritme van dag en nacht en in de dagelijkse structuur. In de tweede fase bijvoorbeeld heeft hij vooral behoefte aan de nabijheid en beschikbaarheid van een hechtingsfiguur.

 

Wanneer de professional de basale emotionele behoeften, die bij een specifieke fase horen, niet onderkent en dus de cliënt onder- of overvraagt (meestal dat laatste), dan kunnen er maladaptieve reacties optreden. Een voorbeeld van een maladaptieve reactie in eerste fase is zelfverwondend gedrag of in de tweede fase agressie tegenover de hechtingsfiguur.

 

Als de cliënt gedurende een lange periode wordt overvraagd of ondervraagd, kunnen psychiatrische stoornissen ontstaan. Een psychiatrische stoornis is bijvoorbeeld een atypische psychotische toestand in de eerste emotionele ontwikkelingsfase of een reactieve hechtingsstoornis in de tweede fase.

 

Het kan ook zijn, dat gedrag lastig en vervelend is voor de persoon zelf of voor zijn omgeving, maar dat het wel past bij het emotionele ontwikkelingsniveau van de persoon met een verstandelijke beperking. Dit gedrag kan dus beschouwd worden als normaal adaptief gedrag. Zo kan het feit, dat een cliënt alleen maar doet wat hij leuk vindt, geen rekening houdt met anderen of niet op zijn beurt kan wachten, heel lastig zijn voor zijn omgeving, maar geheel passend zijn bij zijn beginnende emotionele ontwikkeling.

 

Integratieve diagnose en behandeling

In dit artikel zijn enkele mogelijkheden genoemd die toegang geven tot beter begrip van problematische gedrag. Toepassing van de theorie van Anton Došen kan de handelingsverlegenheid die vaak door problematisch gedrag wordt opgeroepen, verminderen.

 

Wanneer problematisch gedrag ernstige vormen aanneemt, is psychodiagnostiek door een gedragskundige nodig. De bedoeling is, dat dit onderzoek gegevens op tafel legt over alle ontwikkelingsdomeinen, die van belang zijn, inclusief dus de emotionele ontwikkeling (integratieve diagnose). Voor het in kaart brengen van de emotionele ontwikkeling is de SEO-R ontwikkeld. Met de integratieve diagnose krijgen de gedragskundige en de begeleider een goed beeld van de cliënt. Vervolgens kunnen ze samen bepalen wat de passende ondersteuning voor die cliënt zou kunnen zijn.

 

Gerrit Vignero bijvoorbeeld heeft een concrete handleiding de draad tussen cliënt en begeleider geschreven waarmee die passende ondersteuning gevonden kan worden. Het waardevolle van zijn benadering is, dat hij het model van Anton Došen en de methode van Jacques Heijkoop aan elkaar koppelt.

 

 

Meer leren over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking?

FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod

 

Bronvermelding

Claes, L., et al. (Red.).(2012). Emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 978-90-441-2849-9.

Claes, L. & Verduijn, A. (2012. SEO-R. Schaal voor Emotionele Ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking – R. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 978-90-441-2850-5.

Dosen A. (2005). Psychische stoornissen, gedragsproblemen en verstandelijke beperking. Assen: Van Gorcum. ISBN 90-232-4101-0.

Vignero, G. (2011). De draad tussen cliënt en begeleider. De emotionele ontwikkeling als inspiratiebron in de begeleiding van personen met een verstandelijke handicap. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 978-90-441-2809-3.

Vonk. J. en Hosmar, A. (2009). Emotionele ontwikkeling bij mensen met een beperking. Een denk- en handelingskader voor de praktijk. Leuven/Den Haag: Acco. ISBN 978-90-334-7499-6.

Geïnteresseerd in meer artikelen zoals deze?
Blijf dan op de hoogte via onze nieuwsbrief.

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen