Bij mensen met een verstandelijke beperking staat de gehechtheidsontwikkeling vaak onder druk. Mensen met een broze hechting zijn minder goed in staat een ondersteuningsrelatie constructief te gebruiken, terwijl zij deze ondersteuning juist hard nodig hebben. Ze blijven over het algemeen moeite houden met stress- en emotieregulatie. Soms zijn mensen met een kwetsbare gehechtheid redelijk in balans. Echter in periodes waarin ze uit evenwicht dreigen te raken, is extra ondersteuning noodzakelijk.
Een broze gehechtheid ontstaat vaak door een samenspel van verschillende invloeden, zoals bijvoorbeeld lichamelijke ziektes, verwaarlozing, misbruik, trauma’s of onbegrip vanuit de omgeving.
Een onveilige gehechtheid kan zich op verschillende manieren uiten, zoals in hulploosheid en aanklampen, een eisende of vermijdende opstelling of in het zoveel mogelijk willen controleren van de omgeving. Bij het soms lastige gedrag van mensen met hechtingsproblemen is het belangrijk om je te realiseren dat hun relationeel appel een overlevingsfunctie heeft.
Volgens Erik de Belie richt ondersteuning van kwetsbare cliënten zich bij voorkeur op veilige gehechtheid en verbondenheid. Deze vormen de relationele basis voor elke opvoeding en het ondersteunen van ontwikkelmogelijkheden.
Bij kinderen met een verstandelijke beperking bestaat het risico dat ontwikkelingsstimulering te eenzijdig gericht is op de cognitieve ontwikkeling. Het overstimuleren van de cognitieve ontwikkeling kan ten koste gaan van het zich goed voelen en de relatie met de ouders. Opgebouwde kennis en kunde wordt onvoldoende gedragen door de emotionele ontwikkeling. Het kind blijft zich van binnen klein en hulpeloos voelen. Om problemen in de ontwikkeling te voorkomen is het belangrijk voldoende aandacht te besteden aan de emotionele ontwikkeling als bedding voor persoonlijke ontwikkeling en leerprocessen.
Voor de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking is het minder zinvol om tips en tricks te geven. Aan de ene kant, omdat iedere cliënt uniek is. Aan de andere kant, omdat de begeleider zelf ook invloed heeft. Wie de begeleider is , wat er in zijn rugzak zit, waar zijn sterktes en zwaktes liggen, bepaalt mede hoe hij zich afstemt.
Begrip is nodig om te kunnen afstemmen. Hierbij is het niet alleen belangrijk dat de noden van de cliënt worden begrepen, maar ook de noden die de begeleider zelf heeft. Het vermogen om te kunnen reflecteren en mentaliseren zijn heel belangrijk in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking en een kwetsbare gehechtheid (Dit geldt overigens ook voor het ondersteunen van andere mensen met een hulpvraag).
Voor het ontstaan van een veilige gehechtheid en verbondenheid is het nodig dat begeleiders worden ondersteund zodat zij zich in voldoende mate kunnen afstemmen op de cliënt. Door reflectie en door mentaliseren over wat er met de cliënt aan de hand zou kunnen zijn, probeert de begeleider zich emotioneel beschikbaar op te stellen. Dit is voor veel teams een lastige opgave. Daarom is het belangrijk om teams in dit proces te coachen.
Om teams te kunnen helpen bij reflecteren en mentaliseren is onder andere het gezelschapsspel MENTEMO ontwikkeld.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Erik de Belie de studiedag “Mentaliseren als veilige basis voor emotionele verbinding”. Hierin komt aan bod hoe je teams in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kunt ondersteunen zodat zij in staat blijven zich voldoende af te stemmen op de emotionele basisbehoeften van hun cliënten. Lees hier meer over de studiedag>>
Bron:
Deze blog is gebaseerd op:
De Belie, E. & Van Hove, G. (2013). Wederzijdse emotionele beschikbaarheid. Mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders samen op weg. Antwerpen – Apeldoorn – Garant. Bekijk het boek hier>>
Morisse, F., De Belie, E., Blontrock, M. & Verhasselt, J. (2016) Emotionele ontwikkeling in verbinding. Coachen van begeleiders van cliënten met probleemgedrag. Antwerpen-Apeldoorn. Bekijk dit boek hier >>