Het is belangrijk om de begeleiding van mensen met een verstandelijk beperking af te stemmen op datgene wat de persoon kan en aankan. Een afgestemde begeleiding zorgt voor meer welzijn. Bovendien kan afstemming probleemgedrag voorkomen of verminderen. Om de begeleiding goed te kunnen afstemmen op de cliënt is “inzicht” nodig. Inzicht in het ontwikkelingsniveau van de cliënt, zijn of haar levensverhaal en eventuele bijkomende stoornissen. Brian Twint en Annemiek Veenstra schreven het praktisch boek “Begeleiden met Inzicht” over hoe je inzicht kunt krijgen in je cliënt en op welke aspecten je hierbij kunt letten. In deze blog lees je een korte samenvatting van het boek.
Een mens en zijn functioneren bestaat uit meerdere aspecten. Zo kan een persoon met een verstandelijke beperking een relatief hoog IQ en daarnaast zwakke adaptieve vaardigheden hebben. Hierdoor snapt de persoon misschien relatief veel maar lukt het toch niet om bijvoorbeeld zijn huishouden op orde te krijgen of zichzelf te verzorgen. Ook hebben mensen met een verstandelijke beperking vaak bijkomende problematieken zoals psychiatrische stoornissen. Afstemmen betekent rekening houden met de verschillende niveaus van functioneren van de cliënt en met wat zijn of haar draagkracht is.
In de begeleiding van een cliënt is het belangrijk dat deze niet wordt overvraagd en ook niet wordt ondergestimuleerd. Bij overvraging wordt de cliënt vooral aangesproken op zijn onvermogens in plaats van zijn vermogens. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor bij mensen met een lichte verstandelijke beperking. Vaak ziet de persoon er niet beperkt uit en kan verbaal goed uitdrukken. Het risico is dan dat er meer van de persoon wordt gevraagd dan deze aankan. Overvraging roept veel spanning op en kan op termijn leiden tot psychiatrische stoornissen.
Bij onderstimulering wordt de wereld van de cliënt juist te klein gemaakt en krijgt deze weinig mogelijkheden voor ontdekken van eigen mogelijkheden. Onderstimulering leidt tot verveling en een lage zelfwaardering bij de cliënt.
De Affectief Bewuste Benadering (ABB) bestaat al enkele jaren. Deze methode biedt begeleiders handvatten bij het afstemmen van begeleiding op de diverse niveaus, behoeften en wensen van de cliënt. Het accent ligt op de werkzaamheid van de relatie tussen cliënt en begeleider. Belangrijke voorwaarden voor een werkzame relatie zijn: Goed contact, structuur in het dagelijks leven en perspectief door (gezamenlijke) doelen.
Om de begeleidingsstijl te kunnen afstemmen op de cliënt is het heel belangrijk dat de begeleider op zichzelf kan reflecteren. Het is noodzakelijk dat begeleiders inzicht hebben in hun eigen emoties en dat zij strategieën hebben om bewust met deze emoties om te gaan.
Emotionele Expressie (EE) is een belangrijk begrip in de Affectief Bewuste Benadering. Het geeft de mate aan waarin iemand emotioneel overbetrokken, vijandig of kritisch is. Begeleiders met een hoge EE zijn overbetrokken en begeleiders met een lage EE zijn te laconiek. Voor een afgestemde begeleiding moet de EE van de begeleider in balans zijn.
In het verleden werd in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking vooral gekeken naar de hoogt van het IQ en de mate van sociale redzaamheid. Tegenwoordig is er ook steeds meer aandacht voor emotionele ontwikkeling. Het niveau van emotionele ontwikkeling is mede bepalend voor de draagkracht van de persoon (dus voor wat deze aankan). Bij mensen met een verstandelijke beperking ligt emotionele ontwikkelingsniveau meestal lager dan het cognitieve ontwikkelingsniveau (disharmonische ontwikkeling). Het meten van intelligentie, sociale redzaamheid en emotionele ontwikkeling gebeurt meestal met behulp van speciaal daarvoor ontwikkelde schalen. De tests worden doorgaans uitgevoerd door gedragsdeskundigen.
Afstemmen gaat beter als het hele team op een lijn zit. Daarom is het belangrijk dat de beeldvorming rond de cliënt binnen het team eenduidig is. Een van de instrumenten die hiervoor gebruikt kan worden is de “Regenton VB+” (een instrument uit de methode ABB). Met behulp van de Regenton VB+ kunnen teams visueel inzichtelijk maken waar de risico’s liggen op overvraging en onderstimulering bij cliënten met een verstandelijke beperking en/of een emotionele achterstand. Door een streep te trekken op het juiste niveau (het water in de ton) kan per ontwikkelingsaspect worden aangegeven wat het niveau van de cliënt is. Het team kan zo gemakkelijk zien waar de cliënt in uitblinkt en op welke gebieden ondersteuning nodig is.
Niet alleen het ontwikkelingsniveau van de cliënt is een belangrijke verklaring voor gedrag, ook de leeftijd en levensgeschiedenis kan veel verklaren. Gehechtheidsproblematiek komt veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking en kan in een aantal gevallen probleemgedrag verklaren.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben regelmatig bijkomende problematiek, zoals autisme, ADHD, psychiatrische stoornissen of medische afwijkingen. Deze bijkomende problematieken vragen op hun beurt om een specifieke benadering. In het boek “Begeleiden met Inzicht” worden bij een aantal veel voorkomende problematieken concrete begeleidingsadviezen gegeven.
In het laatste hoofdstuk staat een stappenplan waarmee begeleiders op een methodische wijze kunnen werken aan het afstemmen van de begeleiding op hun cliënten. Bestel het boek “Begeleiden met inzicht” hier >>
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Bron: