Lichaamstaal – en in het bijzonder bewegen – is het belangrijkste middel om een werkelijke ontmoeting tussen twee mensen mogelijk te maken, vooral in de eerste fasen van de sociale ontwikkeling. Voor mensen – die met taal moeilijk te bereiken zijn (zoals mensen met autisme) of mensen waarbij de taal niet passend is bij hun gedrag – kan lichaamstaal in een therapiesetting heel waardevol zijn. De methodiek Emerging Body Language (EBL) zet lichaamstaal bewust in. Op 15 maart 2010 publiceerden we op deze blog een post met een beschrijving van EBL. In deze post leest u hoe EBL en lichaamstaal in de praktijk van een muziektherapeute worden toegepast.
EBL werkt met Interactiestructuren. Dit zijn structuren die de meeste mensen uit zichzelf ontwikkelen in 5 Fasen gekoppeld aan vijf opeenvolgende leeftijdsintervallen in de eerst vijf levensjaren van een mens. De leeftijdsinterval verwijst naar de periode waarin de ontwikkeling van de Interactiestructuren aan het ontstaan is. Wanneer deze ontwikkeling voltooid is, noemen we dit een Laag. Interactiestructuren spelen een belangrijke rol bij hoe we in ons leven functioneren. Als een Fase zich voldoende heeft ontwikkeld tot Laag, dan heeft dit positieve consequenties voor alle latere Fases en Lagen.
De Interactie-structuren binnen EBL zijn als volgt benoemd:
Laag A : Afstemming (0 tot 1 jaar)
Laag B: Beurtwisseling (1 tot 2 jaar)
Laag C: Uitwisseling (2 tot 3 jaar)
Laag D: Speldialoog (3 tot 4 jaar)
Laag E: Taak / thema (4 tot 5 jaar)
Elk van deze vijf interactiestructuren is weer verder verfijnd en onderverdeeld. Daarmee biedt EBL de mogelijkheid gedrag te beschrijven en aanknopingspunten voor behandeling aan te geven. In die behandeling gaat het om lichaamstaal en bewegen. De therapie van Tim geeft hier een voorbeeld van.
Tim is een jongen van 10 jaar met vermoedelijk PDD-NOS. Hij is aangemeld bij muziektherapie, omdat hij erg snel afgeleid is in de klas en daarbij veel aandacht vraagt. Daarnaast heeft hij weinig zelfvertrouwen. Binnen het gezin van Tim is veel aan de hand. Hij kan dit moeilijk kan overzien. Tim is een intelligente jongen met een vlotte babbel. Wanneer je hem hoort praten, lijkt het echter alsof je een volwassen man hoort praten en rijst de vraag of hij zelf wel begrijpt wat hij zegt en wat zijn uitspraken bij de ander teweegbrengen.
Tijdens één van de eerste sessie in muziektherapie wordt een video-opname van Tim en zijn therapeut gemaakt. Bij analyse van de video middels EBL, springen een paar dingen in het oog. Tim heeft twee manieren van praten; wanneer hij iets vertelt dat past bij zijn leeftijd en omgeving zit hij op zijn stoel en houdt hij met zijn handen zijn stoel vast (EBL laag A: Aanraken Object), wanneer zijn verhaal overgaat naar een ‘heldendaad’ die hij naar eigen zeggen regelmatig zelf uitvoert, gaat hij staan (EBL laag B: Intens Bewegen) en gaat hij harder praten. Deze twee dingen lijken niet met elkaar in verbinding te staan, wat therapeut doet vermoeden dat de integratie tussen het vertellen (EBL laag E: Praten-over) niet geïntegreerd is met de lagen van de lichaamstaal (EBL: Motorische Elementen) die hij laat zien. Zijn ‘groots’ praten wordt door veel mensen als irritant ervaren, wat hem in de interactie negatieve reacties op kan leveren.
Daarnaast valt op dat het Tim niet lukt om op therapeut af te stemmen, als hij daarvoor verschillende onderdelen van zijn lichaam gebruikt, bijvoorbeeld wanneer hij met twee handen speelt. Hij lijkt zijn lichaam niet als geheel in te kunnen zetten (EBL: Laag B, Gewaarzijn van een Geheel-zelf is nog niet ontwikkeld). Dit kan hem onder andere in het samenspel met leeftijdsgenoten in de weg staan, omdat hij zo moeilijker op de anderen af kan stemmen. Deze negatieve ervaringen die hij in de interactie met anderen hebben er mogelijk voor gezorgd dat zijn zelfvertrouwen laag is.
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod