Er zijn vele manieren om het gedrag van mensen te verklaren. Zo kun je kijken naar de cognitieve of emotionele ontwikkeling van een persoon. Maar je kunt ook kijken naar de sensorische informatieverwerking van iemand. Dit is de manier waarop mensen de prikkels uit hun omgeving verwerken. Sensorische reacties werken samen cognitieve en emotionele reacties. In deze blog lees je meer over de invloed van sensorische informatieverwerking op gedrag.
Ieder mens is uniek, ook in het verwerken van prikkels. De verschillende sensorische (zintuiglijke) patronen beïnvloeden de manier waarop je reageert op dingen die je leven gebeuren.
In haar boek “ Leven met sensaties” schrijft Winnie Dunn dat hersenen werken op basis van drempels. Mensen met een hoge drempel merken prikkels niet snel op, mensen met een lage drempel merken input van buiten juist snel op. Als mensen een hoge drempel hebben dan hebben ze meer input nodig om in actie te komen. De verschillen tussen mensen zijn niet absoluut, ze liggen eerder op een continuüm.
Mensen kunnen (tot op zekere hoogte) kiezen hoe zij reageren. Sommige mensen hebben een passieve strategie om hun reacties te reguleren en andere mensen hebben een actieve strategie. Bij een actieve zelfregulatie regelen mensen actief de sensorische input waarmee ze problemen hebben. Bij passieve zelfregulatie laten mensen de prikkels over zich heen komen.
Als je de drempels en strategie in een matrix zet, krijg je volgens Winnie Dunn de volgende indeling van typische manieren van prikkelverwerking:
Neurologische drempels |
Zelfregulatie |
|
Passief | Actief | |
Hoge drempel | Toeschouwer | Zoeker |
Lage drempel | Sensor | Vermijder |
Zoals eerder gezegd is de manier waarop je met sensaties (prikkels) omgaat mede bepalend voor je gedrag. Een Zoeker heeft een hoge drempel en een actieve strategie. Daarom wil een Zoeker altijd meer. Ze creëren opwinding en verandering om zich heen.
Een Toeschouwers heeft een hoe drempel en passieve strategie daarom hebben ze meer sensorische informatie nodig. Ze merken niet op wat anderen steeds waarnemen. Toeschouwers zijn over het algemeen gemakkelijk in de omgang en kunnen zich zelfs focussen in een drukke omgeving.
Vermijders hebben een lage drempel en een actieve strategie. Ze houden van orde en routine want zo blijft hun leven rustig en beheersbaar. Ze voelen zich goed als er een strak plan is. Vermijders houden er niet van als dingen te snel veranderen.
Sensors hebben een lage drempel en een passieve strategie. Sensors merken de meeste informatie om zich heen op. Ze zullen bijvoorbeeld sneller vragen of de tv of radio wat zachter kan. Sensors hebben duidelijke ideeën over hoe situaties moeten worden aangepakt.
De verschillen in de manier waarop mensen met prikkels omgaan kan voor relatieproblemen zorgen. Een Toeschouwer heeft bijvoorbeeld in de ochtend sterke prikkels nodig om wakker te worden. Als deze persoon samenleeft met een Sensor dan kan dit een probleem opleveren. De Sensor kan door het gedrag van de Toeschouwer bijvoorbeeld niet rustig wakker worden. Dit kan voor ruzie zorgen.
Ieder mens heeft zo zijn eigen bijzonderheden op het gebied van sensorische informatieverwerking. Bij mensen met een ontwikkelingsbeperking (zoals autisme of een verstandelijke beperking) kunnen deze bijzonderheden extremere vormen aannemen. Sommige mensen met een ontwikkelingsbeperking voelen het bijvoorbeeld niet als ze in een spijker trappen of ze voelen juist pijn als je ze zachtjes aanraakt. Er bestaan kinderen die de juffrouw 2 klaslokalen verderop kan horen praten, terwijl andere kinderen flarden van gesprekken missen.
Kinderen en volwassenen met (ernstige) stoornissen in hun prikkelverwerking kunnen zich bijzonder gedragen. Dit kan voor de omgeving van de persoon onbegrijpelijk of bizar overkomen. Soms worden mensen met stoornissen in de prikkelverwerking (onterecht) als irritant of vervelend gezien. Een kind dat extra prikkels nodig heeft om alert te blijven, wiebelt bijvoorbeeld de hele tijd heen en weer op zijn stoel. De juffrouw in de klas stoort zich hieraan en beveelt het kind om stil te zitten. Dat lukt niet en daarom krijgt het kind de hele tijd straf.
Problemen in de sensorische informatieverwerking kunnen een van de oorzaken zijn van gedragsproblemen bij mensen met een ontwikkelingsbeperking. Gedragsproblemen kunnen (in bepaalde gevallen) worden verminderd als er rekening wordt gehouden met wat de persoon op sensorisch gebied nodig heeft. Het is voor professionals die werken met mensen met een ontwikkelingsbeperking van groot belang om een zekere basiskennis te hebben over sensorische informatieverwerking.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Monique Thoonsen een online training over “Onder- en overprikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking” Hier vind je meer informatie over deze training.
Bron voor dit artikel:
Dunn, W. (2013) Leven met sensaties. Begrijp je zintuigen. Amsterdam/Antwerpen: Pearson Assessment And Information. Bestel dit boek hier>>