Bij mensen met een verstandelijke beperking komen gehechtheidsproblemen vaak voor. Deze problematiek kan grote gevolgen hebben in het latere leven. In de blog lees je meer de invloed van hechting op lichaam, hersenen, geest en psyche? En tot slot lees je meer over de meerwaarde van haptonomie in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking en een problematische gehechtheid.
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) is hechting de band die in het eerste levensjaar ontstaat tussen een kind en zijn ouders of verzorgers. Dat zijn de volwassenen waarbij het kind troost zoekt.
Volgens sommige deskundigen ontstaat hechting al vlak na de conceptie. Tijdens de zwangerschap zijn moeder en kind verbonden via de navelstreng. Ze vormen een twee-eenheid die voortdurend op elkaar reageert. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het prenatale kind zich niet voorgeprogrammeerd ontwikkelt op basis van erfelijk materiaal. Een kind ontwikkelt zich in interactie met de omgeving. De ontwikkeling wordt in de baarmoeder beïnvloed door het emotionele welbevinden, de gezondheidstoestand, de relaties en de politieke, culturele omgeving van de moeder.
Tijdens de zwangerschap wordt via de navelstreng niet alleen voeding en zuurstof doorgegeven maar ook andere boodschappen. Als de moeder bijvoorbeeld angstig of gestrest is dan worden ook de stresshormonen en adrenaline doorgegeven. Het is niet duidelijk of het embryo de stress of angst ook voelt. Er is wel te zien dat het kindje ander gedraag gaat vertonen: het trapt wild om zich heen, verstart of probeert zich te verschuilen in het laatste hoekje.
Als het kindje geboren wordt dan wordt de fysieke band met de moeder doorgesneden. Het baby’tje blijft wel afhankelijk van de ouders voor de overleving. Daarom heeft een baby aangeboren hechtingsgedrag, het zoek een affectieve band met de persoon die veiligheid en geborgenheid biedt.
In de baarmoeder doet de embryo en later foetus zijn eerste ervaringen op met relaties. Dit zorgt voor prille fysiologische en senso-motorische inprentingen. Vroegkinderlijke ervaringen (van voor de geboorte en vlak na de geboorte) worden als lichamelijke herinneringen opgeslagen. Als het kind later ook spaak en taal ontwikkelt dan komen er verbaal opgeslagen belevenissen bij. Je zou deze lichamelijke en verbale herinneringen ook hechtingsherinneringen kunnen noemen.
Vroege ervaringen zijn fundamenteel. Wat als eerste komt, zal zijn werking het eerst ontvouwen. Wat later komt, bouwt voort op het eerdere. Eerste herinneringen kunnen in het latere leven een belangrijke bron van hulp zijn. Ze kunnen echter ook een risico vormen voor latere stoornissen.
Hechtingsherinneringen geven het kind of later volwassene een beeld mee van wat je van andere mensen kunt verwachten. Daarnaast dragen deze herinneringen bij aan je zelfbeeld. Je zelfbeeld ontstaat namelijk in relatie tot anderen. Wie je bent wordt namelijk gevormd en gespiegeld door de mensen om je heen.
De ervaringen die een mens opdoet gaan gepaard met activiteit van de neuronen (hersencellen of zenuwcellen) in je hersenen. Neuronen worden actief bij sensorische prikkels van binnen of buiten je lichaam. Zenuwcellen staan met elkaar in verbinding en vormen netwerken die informatie uitwisselen. De netwerken of zenuwbanen die vaak gebruikt worden, worden sterker. Neuronen die niet worden gebruikt sterven af.
Ervaringen hebben dus direct invloed op de hersenontwikkeling. Bij jonge kinderen gaat de hersenontwikkeling het snelst en hebben (negatieve) ervaringen dus ook de meeste invloed. Schore (2003) heeft aangetoond dat kinderen die opgroeien met een gebrekkige emotionele veiligheid andere hersenen ontwikkelen. Vooral in de orbitofrontale cortex en rechterhersenhelft zijn de neurale verbindingen anders ontwikkeld. Dit beperkt hun vermogen om intieme en sociale relaties aan te gaan.
Als kinderen op jonge leeftijd met negatieve ervaringen te maken krijgen, bijvoorbeeld verwaarlozing, mishandeling of misbruik dan heeft dit een enorme impact op hun ontwikkeling en hechting. Dit wil echter niet zeggen dat een enige vorm van herstel op latere leeftijd niet meer mogelijk is. De hersenen zijn namelijk plastisch. Als het kind nieuwe (positieve) ervaringen opdoet dan kunnen er ook weer nieuwe verbindingen ontstaan in de hersenen.
In principe hecht ieder kind zich aan zijn ouders of verzorgers echter de kwaliteit van hechting kan verschillen. Een goede hechtingsrelatie is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind omdat het ervoor zorgt dat het kind allerlei situaties gaat onderzoeken. Vanuit een veilige gehechtheidsrelatie kan een kind een gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen ontwikkelen. Veilig gehechte kinderen kunnen beter omgaan met stress. Vanuit een veilige hechting kunnen kinderen zich geleidelijk ontwikkelen naar zelfstandigheid. Een goede gehechtheidsrelatie is dus net zo belangrijk voor een kind als eten, drinken en verzorging.
Als er problemen zijn in de hechting dan ontstaat vaak een onveilige hechting. Kinderen reageren eerder gestrest, angstig of vermijdend op de ouder dan andere kinderen. Deze kinderen voelen vaker faalangst en onzekerheid. Als kinderen helemaal geen hechtingsfiguren hebben waarop ze zich kunnen richten en al vroeg in hun leven een ingrijpende of traumatische ervaring hebben (zoals mishandeling of verwaarlozing) dan kan een hechtingsstoornis ontstaan. Kinderen en jongeren met een hechtingsstoornis zoeken geen troost tijdens stress, reageren niet of zelden op troost of zoeken juist extreem veel toenadering tot volwassenen.
Kinderen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op grensoverschrijdend gedrag en psychische klachten, zoals depressies, angststoornissen, verslavingen en eetproblemen. Als een kind onveilig gehecht is dan kan het dus op latere leeftijd probleemgedrag en psychische klachten ontwikkelen, maar dat hoeft niet altijd.
Mensen met een hechtingsstoornis worden door hun omgeving vaak ervaren als moeilijk in de omgang. Ze krijgen etiketten opgeplakt als ontwikkelingsgestoord, gehechtheidsgestoord of gedragsgestoord. In de afgelopen jaren is er een nieuwe kijk gegroeid op cliënten met hechtingsproblemen. Deze nieuwe kijk vertaalt zich in een nieuwe terminologie namelijk: hechtingsproblemen worden gezien als vormen van vroegkinderlijk of complex trauma. Ingewikkeld gedrag van kinderen met hechtingsproblemen zijn misschien niet meer zo onbegrijpelijk als je het bekijkt als een “trauma respons” op een traumatische ervaring. Mensen met een complex trauma verdienen een trauma-sensitieve context met begrip en professionele kennis.
Kinderen met een verstandelijke beperking hebben een kwetsbare ontwikkeling en daardoor een groter risico op een onveilige hechting dan andere kinderen. Zo hebben ze in een aantal gevallen door hun beperkingen minder mogelijkheden om zich te hechten. Ze maken ook vaker ingrijpende gebeurtenissen mee zoals medische behandelingen, onveiligheid of uithuisplaatsing. Lees hier ook de blog over ingrijpende jeugdervaringen.
Het herkennen van een problematische gehechtheid bij mensen met een verstandelijke beperking is niet eenvoudig. De problematiek kan namelijk op veel verschillende manieren tot uiting komen. Dit leidt tot handelingsverlegenheid bij professionals, ouders en verzorgers. Hechting en hechtingsproblematiek biedt een kader om diverse relationele en gedragsproblemen van een aantal cliënten beter te begrijpen en te begeleiden.
De haptonomie neemt als uitgangspunt het lichaam. De haptonomie ziet het lichaam niet als los element. Hersenen, lichaam, geest en psyche zijn een geïntegreerde eenheid. Ook staat het lichaam niet los van de omgeving. De mens is via zijn lichamelijkheid gericht op de wereld. In de prille wordingsgeschiedenis ontwikkelt een jong kind een onbewust weten omtrent zijn “zelf” en zijn relatie tot anderen. Het lichaam is als het ware het onbewuste.
Binnen de haptonomie wordt het belang van tastervaringen voor een goede hechting naar voren geschoven. De tast is namelijk het eerst ontwikkelde zintuig en dit zintuig vormt immers de basis voor kennis die een jong kind opdoet over de wereld. Vanuit de tast ontwikkelen zich later verschillende zintuiglijke functies.
Voor een gezonde ontwikkeling is het belangrijk dat een kind zich kan vasthouden en vastgehouden wordt. Ook in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is het belang van aanraken groot. Daarover kun je meer lezen in deze blog
De tastzin stelt een mens in staat om contact te ordenen, te waarderen en een plaatst te geven in het gevoelsleven. Tasten betekent ook aanraken en aangeraakt worden, dit zorgt er weer voor dat iemand voelt. Dit voelen leidt weer tot affectief beleven: Iemand merkt zo dat bepaalde aanrakingen prettig of onprettig zijn. De persoon maakt zo weer contact met zijn oergevoel dat hem bewust maakt van hoe hij zich voelt: bijvoorbeeld futloos, gestrest, moe of juist rustig of voldaan.
Een haptotherapeut kan een cliënt helpen om oude pijn te doorvoelen en te helpen accepteren dat het precies zo erg was als het was. En dat het nu in het volwassen leven – anders dan nu – draagbaar is. Dat de oude situatie voorbij is en dat je nu over vrijere mogelijkheden beschikt dan toen. Die mag je leren kennen en gebruiken.
De uitgangspunten van haptonomie zijn heel bruikbaar in de zorg en ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Door hun beperkingen zijn mensen met verstandelijke beperking minder verbaal ingesteld. Een lichaamsgerichte interventie – zoals haptonomie – is voor deze groep heel passend.
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Bronnen
Ruitenbeek, R. van (2010) Hechting en Haptonomie. Over zelf in relatie en autonomie in verbondenheid: https://www.barbaravanruitenbeek.nl/tekst/Hechting%20en%20haptotherapie%20BvrR%202010.pdf
Vliegen, N., Tang, E., & Meurs, P. (2018). Van kwetsuur naar litteken. Hulpverlening aan kinderen met complex trauma. Kalmthout: Pelckmans Pro.
Website van het Nederlands Jeugdinstituut: https://www.nji.nl/hechting-en-hechtingsproblemen/wat-is-hechting
Website van de hersenstichting: https://www.hersenstichting.nl/de-hersenen/werking-van-de-hersenen/?gclid=Cj0KCQjwho-lBhC_ARIsAMpgMocM6N7G0U0G1o5rTGwwNa9_F0wXfofomMfUM9CaREn2XEoW6wOp-a4aAg6jEALw_wcB