Terug naar het overzicht

Een goede relatie is niet vanzelfsprekend

ontwikkelingsbenadering anton Dosen Aantal keer bekeken: 1653 views

Een relatie kun je benaderen vanuit de professional of vanuit de cliënt. De zorgverlener kan in de veronderstelling zijn dat hij zijn best doet voor de cliënt en dat daarom de relatie wel goed zal zijn. Maar ervaart de cliënt dit ook zo? Als je met cliënten en hun ouders praat dan hoor je regelmatig dat ze zich niet gehoord en begrepen voelen. Een goede relatie tussen zorgverlener en cliënt is niet vanzelfsprekend. Het is iets waarin je voortdurend moet investeren. Zeker voor professionals die werken met mensen met een ontwikkelingsbeperking (en complexe problematiek) is het belangrijk kennis en vaardigheden te leren over het bouwen aan een relatie. Dat zegt Ad van den Broek in een interview met Catja van den Broek van FORTIOR. Ad werkte meer dan 30 jaar als GZ-psycholoog in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en richtte 8 jaar geleden FORTIOR op.

 

Ad begint met een voorbeeld: “Mijn dochter vertelde mij ooit het verhaal dat zij een gesprek had met een klant. Ze had er zelf een heel goed gevoel bij want ze kwam – naar haar mening – met goede ideeën en oplossingen. Ze had niet in de gaten dat haar gesprekspartner dit heel anders had gevoeld. De klant had het gesprek als onprettig en belerend ervaren. Dit was voor mijn dochter een pijnlijke gewaarwording. Het is confronterend om er achter te komen dat iemand jouw goede intenties als negatief ervaart. Volgens Ad van den Broek komen vergelijkbare voorbeelden ook voor in de zorg.” Vaak wordt de relatie tussen cliënt en professional als vanzelfsprekend gezien. Omdat het pijnlijk is om na te denken over hoe je eigen gedrag op anderen overkomt, bestaat het risico dat hier te weinig op gereflecteerd wordt.

 

Vooral als je echt iets voor de cliënt wilt betekenen dan is – volgens Ad van den Broek – een goede relatie cruciaal. Alleen vanuit een goede relatie kun je bijvoorbeeld probleemgedrag bij een cliënt verminderen. Zo is je houding als mens richting de cliënt belangrijker dan welke methode dan ook. Een behandeling zal niet aanslaan als het contact tussen zorgverlener en cliënt niet goed is.

 

Wat is dan een goede relatie? Volgens Ad van den Broek is het belangrijk dat de cliënt zich veilig en vertrouwd voelt bij de professionals die hem begeleiden. Het hoeft geen kleffe relatie te worden, maar het is wel belangrijk dat er wederzijdse affectie is. In een goede relatie past nadrukkelijk niet dat de zorgverlener zich boven de cliënt stelt en vertelt wat hij wel/niet mag doen. Het beheersen van gedrag werkt ook contraproductief. Als zorgverleners het gedrag van hun cliënt alleen maar willen beheersen, bestaat de kans dat de relatie en situatie alleen maar verslechtert.

 

Ad van den Broek benadrukt het belang van sensitiviteit en responsiviteit voor de relatie tussen cliënt en zorgverlener. Sensitiviteit betekent dat de zorgverlener zich kan inleven in de cliënt en dat hij kan begrijpen wat er in de cliënt omgaat. Responsiviteit betekent dat de professional op een adequate manier ingaat op de signalen die hij bij de cliënt waarneemt. Een eenvoudig voorbeeld: een begeleider ziet dat een cliënt verdriet heeft. Vervolgens troost de begeleider de cliënt.

 

Als zorgverleners adequaat reageren op de signalen die zij bij hun cliënten waarnemen dan voelt de cliënt zich gezien en begrepen. Hierdoor kan in een aantal gevallen probleemgedrag verminderen. Toch is sensitief en responsief reageren niet altijd vanzelfsprekend. Vooral als de cliënt ernstig beperkt is of complexe problematiek heeft dan is het niet altijd eenvoudig om signalen “juist” te interpreteren en hier op een goede manier op in te gaan. Het kan ook voorkomen dat professionals wel meevoelen met hun cliënt maar hierop toch niet de juiste reactie geven. Volgens Ad van den Broek is het dan ook belangrijk dat professionals zich scholen in sensitiviteit en responsiviteit.

 

Ook het moment waarop de professional aan de relatie bouwt is van belang. Het komt regelmatig voor dat een cliënt alleen aandacht krijgt bij probleemgedrag. Op het moment dat de cliënt rustig en ontspannen is besteedt de begeleider vaak geen tijd aan de cliënt. Volgens Ad van den Broek is dit jammer want juist op momenten van weinig stress staat de cliënt meer voor je open. Als je op deze momenten aan goed contact werkt, kun je de cliënt beter begeleiden op momenten van stress. Zo kun je escalatie in de opbouw van spanning voorkomen. Dit is overigens een belangrijk element in de methode Gentle Teaching.

 

Ook in een goede relatie kan het soms even misgaan. Maar als de basis van het contact goed is dan kun je de draad later weer oppakken. Ad van den Broek geeft een voorbeeld: “Ik moest een van mijn cliënten naar een crisisopvang brengen. We hadden veel in de cliënt geïnvesteerd maar helaas was het toch niet gelukt om hem thuis te laten wonen. Toen mijn cliënt ontdekte dat hij voor langere tijd in de crisisopvang moest blijven, raakte hij geëmotioneerd en gaf hij mij een klap. Ik bleef rustig en ging weg. Toen ik een week later weer terug kwam bij mijn cliënt, kwam hij naar me toe. Hij bood uit zichzelf zijn excuses aan en hij had een tekening voor me gemaakt.”

 

Meer leren over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking?

FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod

Geïnteresseerd in meer artikelen zoals deze?
Blijf dan op de hoogte via onze nieuwsbrief.

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen