Emotieregulatie verwijst naar interne processen die invloed hebben op hoe en wanneer mensen emoties ervaren en hoe deze emoties worden geuit. Lucinda Pouw deed promotieonderzoek naar de invloed van verschillende aspecten van emotieregulatie op het sociaal functioneren en het ontstaan van psychopathologie bij kinderen met een autisme spectrum stoornis. In deze blog lees je enkele bevindingen uit haar onderzoek.
Emoties zijn heel nuttig voor mensen. Ze zijn functioneel omdat ze onder andere een signaalfunctie hebben. Bijvoorbeeld in situatie waarin je wordt aangevallen helpen emoties je om te handelen. Ook hebben emoties een belangrijke communicatieve functie. Boosheid helpt je bijvoorbeeld om aan te geven waar je grenzen liggen.
In sommige situaties is het handig als om je emoties te reguleren. Bijvoorbeeld bij irritaties op het werk is het niet verstandig om meteen in woede uit te barsten (zoals in een situatie waarin je wordt aangevallen). Dit is namelijk niet goed voor de relatie met collega’s.
Om emoties te kunnen reguleren zijn drie dingen nodig: Ten eerste is het nodig dat je jezelf bewust bent van je emoties. Vervolgens is het van belang om een coping strategie te hebben. Daarnaast is begrip van de emoties bij andere mensen belangrijk (empathie).
Bewustzijn van je emoties is een voorwaarde om emoties te kunnen reguleren. Dat betekent dat je onderscheid kunt maken tussen verschillende emoties. Je begrijpt waar emoties vandaan komen en wat de emoties met je doen. Als je bewust bent van je emoties, ben je beter in staat om je primaire reacties onder controle te houden. Kinderen leren hun emoties te herkennen door naar zichzelf en anderen te kijken. Ze merken bij zichzelf bepaalde fysieke veranderingen op (gespannen spieren of versnelde hartslag) of ze hebben bepaalde gedachten naar aanleiding van een specifieke gebeurtenis. Kinderen leren hun emoties ook te herkennen door de reacties van andere mensen. (Ik zie dat je huilt, je hoeft niet verdrietig te zijn, het komt allemaal goed.)
Kinderen met autisme zijn minder goed in staat om emoties bij andere mensen te herkennen. Daarnaast laten ze zelf weinig emoties zien. Hierdoor is het lastiger voor deze kinderen om van hun sociale omgeving te leren bepaalde gewaarwordingen te koppelen aan een emotie. Kinderen met autisme hebben dus meer moeite met het herkennen van hun emoties, ook is het voor hen lastig om te begrijpen waar hun emotie vandaan komt.
Omdat primaire emotionele reacties op frustraties over het algemeen niet geaccepteerd worden in het dagelijks leven, leren kinderen van jongs af aan hun primaire impulsen te beheersen door middel van een coping strategie. Bij het omgaan met (negatieve) emoties zijn er grofweg drie stijlen waarmee mensen kunnen reageren. Ten eerste kan iemand een benaderende stijl hebben waarbij de persoon probeert een oplossing te vinden of steun te zoeken bij een ander. Ten tweede bestaan er mensen met een vermijdende stijl. Deze mensen ontlopen het probleem door afleiding te zoeken of de situatie te relativeren. Op de derde plaats is er de maladaptieve stijl die bestaat uit internaliserend of externaliserend gedrag. Mensen met deze stijl kunnen bijvoorbeeld veel piekeren of juist agressief reageren.
In het verleden is onderzoek gedaan naar de invloed van de verschillende coping stijlen op het psychologisch functioneren van mensen. Kinderen met autisme hebben vaak geen benaderende coping stijl maar eerder een maladatieve of vermijdende stijl. Uit vroeger onderzoek bleek dat kinderen met een maladaptieve stijl vaak internaliserende symptomen hebben, zoals depressie. Kinderen met autisme hebben vaak een vermijdende coping stijl. Uit het onderzoek van Lucinda Pouw blijkt dat deze stijl in eerste instantie voordelen oplevert omdat hiermee de stress kan worden vermeden die bepaalde (sociale) situaties oproepen. Op de lange termijn zijn de gevolgen minder positief. Een vermijdende stijl beperkt de persoon namelijk in zijn sociale ontwikkeling. Op de lange termijn bestaat er een risico op sociale uitsluiting met als gevolg eenzaamheid en depressieve klachten.
Empathie is een belangrijk element in de relaties tussen mensen. Het betekent dat je de emoties van een ander kunt zien en begrijpen en er vervolgens passend op kunt reageren. Er zijn twee soorten empathie: Ten eerste is er de affectieve empathie, dit betekent dat mensen emoties bij iemand anders waarnemen. Ten tweede is er de cognitieve empathie die er voor zorgt dat iemand de emoties van een ander begrijpt.
Kinderen met autisme zijn net zo (en misschien wel meer) gevoelig voor de emoties van andere mensen dan kinderen met een normale ontwikkeling. Voor kinderen met autisme is het echter lastiger om een onderscheid te maken tussen de emoties van henzelf en die van een ander. Dus kinderen met autisme zijn niet beperkt in hun affectieve empathie maar wel op het vlak van hun cognitieve empathie. Met andere woorden: Kinderen met autisme zijn niet goed in staat hun eigen empathische arousal te reguleren omdat ze niet goed begrijpen waarom de andere persoon geëmotioneerd is. Emoties van andere mensen zijn verwarrend en onvoorspelbaar voor hen. De confrontatie met andermans emoties is een stressvolle belevenis voor kinderen met autisme. Dit maakt dat ze minder empathisch reageren.
Kinderen met autisme zijn niet goed in staat hun emoties te reguleren wat leidt tot onaangepast gedrag. Dit gedrag maakt de kans groter dat deze kinderen worden afgewezen of gepest. Dit heeft weer tot gevolg dat kinderen zich verdrietig, eenzaam en gefrustreerd voelen. Op termijn kan dit weer leiden tot depressieve klachten. Het niet weten hoe te reageren op de emoties van andere mensen kan heel frustrerend zijn voor kinderen met autisme. Dit maakt dat ze soms agressief reageren.
Volgens Lucinda Pouw zou het goed zijn om in therapieën bewustwording bij ouders en kinderen te creëren dat het emotionele leed van anderen invloed heeft op de mentale staat van het kind met autisme. Ouders kunnen vervolgens het kind beter helpen hiermee om te gaan. Het zou ook heel waardevol kunnen zijn om kinderen met autisme zelf-regulatie strategieën te leren. Recent onderzoek laat hiermee positieve resultaten zien. Ook kan meer geïnvesteerd worden in het aanleren oplossingsgerichte vaardigheden waardoor kinderen met autisme minder geneigd zijn om te kiezen voor een vermijdende stijl.
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Bronvermelding:
Pouw, L. (2014). Emotion Regulation in Children with Autism Spectrum Disorder. The link with social functioning and psychopathology. Leiden: auteur (proefschrift)