In een kleinschalige woonzorgcentrum in het midden van het land woont Janna een vrouw van 45 met een matige verstandelijke beperking. Daarnaast is ze slechthorend. Janna is een heerlijke vrouw en haar begeleiders zijn dol op haar. Regelmatig had ze echter heftige woede-uitbarstingen. Binnen de woonvoorziening werd dit een steeds groter probleem. Er begon twijfel te ontstaan of Janna nog wel in de woonvoorziening kon blijven. Uiteindelijk besloot de teamleider om Janna in kaart te brengen aan de hand van het integratieve model van Anton Došen. Op basis van de integratieve diagnose kon de behandeling worden bepaald. Door aanpassingen in de fysieke omgeving van Janna en in de begeleidingsstijl, hebben in de afgelopen maanden geen escalaties meer plaatsgevonden.
Janna woont vanaf haar derde levensjaar in een instelling. Vlak na haar geboorte verliet de moeder van Janna het gezin en bleef vader alleen achter met zijn dochtertje. Al vanaf zeer jonge leeftijd had Janna heftige woedeaanvallen. Vader heeft nooit goed geweten hoe hij hier mee om kon gaan. Het deed hem veel verdriet dat hij zijn dochtertje niet kon helpen. Zelf lijdt vader tot op de dag van vandaag aan ernstige trauma’s uit zijn verleden. Hierdoor was hij niet altijd emotioneel beschikbaar voor zijn dochter.
Op volwassen leeftijd woonde Janna in verschillende instellingen. Ze moest deze instellingen steeds verlaten omdat ze niet te handhaven was vanwege haar woedeaanvallen. Bij de laatste instelling waar Janna woonde, zat ze veel op haar kamer. Hierdoor was ze televisieverslaafd geworden. In de huidige woonomgeving van Janna ging het in eerste instantie goed. Later kwamen de heftige escalaties echter weer terug.
De teamleider en orthopedagoog van het woonzorgcentrum hebben in 2014 een masterclass gevolgd over integratieve diagnostiek en behandeling onder begeleiding van Anton Došen. Hierbij hebben ze Janna in kaart gebracht aan de hand van het integratieve model van Došen. In het integratieve model worden alle bevindingen uit onderzoeken van verschillende disciplines (zoals een arts, psychiater en gedragsdeskundige) geïntegreerd in een totaalbeeld van de persoon en zijn omgeving. Dit moet leiden tot een betere verklaring en begrijpen van gedrags- en psychische problemen van de persoon. In het integratieve model is een bijzondere aandacht voor het emotionele ontwikkelingsniveau van de cliënt en de manier waarop de omgeving omgaat met de emotionele basisbehoeften van de persoon.
Janna heeft een matige verstandelijke beperking. Emotioneel zit Janna in de hechtingsfase. Daarom is nabijheid van begeleiders (hechtingsfiguren) heel belangrijk. Ze heeft daarnaast moeite met schakelen van de ene naar de andere situatie. Ook kan Janna niet zo goed omgaan met prikkels, bijvoorbeeld een grote ruimte kan ze niet goed overzien. Janna is slechthorend en kortgeleden hebben de begeleiders ontdekt dat ze kan liplezen. Janna slikt een anti psychotisch medicijn, vermoedelijk is dit in het verleden voorgeschreven voor haar woedeaanvallen.
Nadat het beeld van Janna helder is geworden is de “commissie Janna” ingesteld. Deze commissie met begeleiders is gaan nadenken over hoe ze de fysieke omgeving en begeleiding van Janna konden aanpassen op wat zij nodig heeft.
Ten eerste is de begeleiding van Janna aangepast. Er is nu altijd een begeleider bij haar in de buurt. Het is belangrijk dat begeleiders het zoveel mogelijk op dezelfde manier doen. De groepsleiding wil naar Janna uitstralen: “Ik zie jou”, “Ik ben er voor jou” en “Jij mag er zijn”. Begeleiders hebben nu sneller in de gaten wanneer ze spanning opbouwt en kunnen Janna vervolgens kalmeren. Bij onrust, verdriet of boosheid wordt niet meer gevraagd naar het “waarom” maar leiden begeleiders Janna af en bieden ze haar steun. Omdat Janna kan liplezen zorgen de begeleiders ervoor dat ze altijd voor haar gaan staan als ze met haar praten zodat er minder langs Janna heengaat.
De begeleidingsregels tijdens het eten zijn gewijzigd zodat begeleiders niet meer van tafel weg hoeven om eten of medicijnen te halen. Dit betekent dat er ook tijdens het eten voortdurend iemand bij Janna zit.
Ook de omgeving is veranderd. Het woonzorgcentrum heeft een kunstenaar ingehuurd voor het ontwerpen van schermen tussen de zithoeken in de woonkamer. Door de ruimte optisch kleiner te maken raakt Janna minder overprikkeld. Cliënten die fel op elkaar reageren, kunnen nu apart worden gehouden. Dit maakt de kans op escalaties kleiner.
Janna wordt nu uitgebreid medisch onderzocht. Er is gestart met het afbouwen van het anti psychotisch medicijn. Agressief gedrag is namelijk geen goede indicatie voor het voorschrijven van medicatie. Tot nu toe heeft de afbouw niet geleid tot een verslechtering van haar gedrag. Begeleiders zien juist meer rust.
In de afgelopen maanden zijn er geen escalaties meer geweest. Janna kan in de woonvoorziening blijven. Bij de aanpak bij het woonzorgcentrum valt op dat de belangrijkste aanpassingen hebben plaatsgevonden in de omgeving van Janna. Ook in de andere casussen tijdens de masterclass van 2012 en 2013 bleek dat het “behandelen” van de omgeving meer effect heeft dan het behandelen van de persoon.
* de naam van de cliënt in deze casus is fictief
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod