Het aansluiten op de emotionele ontwikkeling van cliënten met een verstandelijke beperking is heel belangrijk. De meeste gedragsdeskundigen en begeleiders weten dat wel. Maar wat is een goede begeleidingsstijl? En hoe kun je teams leren om hun begeleidingsstijl af te stemmen? De MATCH-training is hierbij een toegankelijk hulpmiddel. In deze blog wordt besproken hoe mensen leren en hoe de MATCH-training werkt.
De begrippen “kunnen” versus “aankunnen” zijn binnen de gehandicaptenzorg al redelijk bekend. Vaak kunnen mensen met een verstandelijke beperking heel veel, zoals het opruimen van hun kamer of het instellen van een mobiele telefoon. Sommige cliënten met een verstandelijke beperking kunnen alleen minder aan dan je op grond van hun kennis en vaardigheden zou verwachten. Het risico bestaat dan dat een cliënt wordt overvraagd. En dit kan weer leiden tot probleemgedrag.
Het aankunnen hangt samen met het emotionele ontwikkelingsniveau. De emotionele ontwikkeling van een cliënt is bijvoorbeeld een indicatie voor de mate van nabijheid die iemand nodig heeft, de draagkracht die een cliënt op bepaalde momenten heeft of hoe de cliënt gemotiveerd kan worden.
Volgens Harmke Bodewitz is het aankunnen (emotionele ontwikkelingsniveau) het deel van het functioneren, wat het meeste moet dragen, maar ook het minst stabiel is. Dit maakt dat emotionele aansluiting van de begeleider naar de cliënt de grootste uitdaging blijft. Want hoe gemakkelijk is het niet uit te gaan van wat concreet zichtbaar is?
Het aankunnen is dus het minst zichtbaar bij de cliënt maar wel heel belangrijk om rekening mee te houden. Hoe kunnen teamleiders en gedragsdeskundigen teams met begeleiders leren om hun begeleiding af te stemmen op de emotionele ontwikkeling van een cliënt?
Bij het stimuleren van een leerproces denken mensen vaak aan het geven van inhoudelijke informatie of het houden van een presentatie. Leren gaat echter verder dan alleen cognitief leren via (onderbouwde) informatie. Cognitief leren is uiteraard ook belangrijk maar als het daarbij blijft is het niet voldoende om een daadwerkelijke verandering teweeg te brengen.
Volgens Sanneke Bolhuis (lector leerstrategieën bij Fontys Hogescholen) is leren een proces waarin we de wereld om ons heen betekenis toekennen. Dit gebeurt onder andere door eigen ervaringen en interactie met de sociale omgeving. Deze betekenisgeving is per persoon verschillend en afhankelijk van ieders persoonlijke leergeschiedenis en aanleg. Wat een “goede begeleidingsstijl” betekent, kan dus per begeleiders of gedragsdeskundige verschillen.
Leren is niet alleen betekenis geven, maar ook een proces waarin de verandering van een eerder gegeven betekenis tot stand komt. Mensen kunnen namelijk ook betekenissen leren die achteraf fout of schadelijk zijn. De verkeerd aangeleerde betekenissen kunnen hardnekkig zijn, maar het is mogelijk om ze te veranderen.
Leren en betekenisgeving hangen sterk met elkaar samen. Bolhuis zegt dat leren drie aspecten heeft: het emotionele aspect, het gedragsaspecten het cognitieve aspect. Het cognitieve aspect betreft het kennen, het opnemen van informatie (kennis), met ‘weten dat’ als resultaat. Het gedragsaspect betreft het verwerven van mogelijk gedrag (vaardigheden), met als resultaat het kunnen. Het emotionele aspect vormt de basis van de driehoek: betekenisgeving begint met emotie, wordt aan de gang gehouden door emotie en geeft de emotionele inkleuring aan het leerresultaat. Kennis en kunde worden gekleurd en gefilterd door de emotionele waardering, die weer essentieel is voor de vraag: of je (verder) leert en zo ja, wat; en of je iets met je kennis en kunde doet en zo ja, wat.
Ook het groepsproces is belangrijk want mensen zijn groepsdieren die alleen gezamenlijk kunnen (over)leven. Daarbij is een gezamenlijke betekenisgeving essentieel. Zowel eigen ervaring en feedback uit de omgeving is een basale bron van leren, die direct tot leerresultaten leidt.
Vaak hebben begeleiders al uitleg gekregen over emotionele ontwikkeling. Mogelijk zijn ze hierdoor al op de hoogte van de theorie. FORTIOR hoort vaak dat het lastig is om teams van begeleiders mee te krijgen als het gaat om het afstemmen van hun begeleidingsstijl. De MATCH-training (ontwikkeld door Harmke Bodewitz) is een hulpmiddel om begeleiders zelf te laten leren onder andere door emotie, eigen ervaring en feedback.
Hoe voelt het bijvoorbeeld als jouw een aanbod wordt gedaan dat niet aansluit op je behoefte? En wat voor een gevoel geeft een begeleidingsstijl die wel afgestemd is? Op basis van hun ervaring en emoties tijdens de MATCH-training worden begeleiders meer bewust van wat hun handelswijze oproept bij cliënten. Hopelijk zijn ze vervolgens meer gemotiveerd om vaardigheden en een attitude te verwerven waarmee ze zich beter kunnen afstemmen op hun cliënten. Het toepassen van de MATCH-training binnen een team helpt om een gezamenlijke taal en betekenis te ontwikkelen.
In samenwerking met Filip Morisse en Leen De Neve organiseert FORTIOR een studiedag over hoe je teams mee kunt nemen in het model voor emotionele ontwikkeling. Lees hier meer over deze studiedag. Lees meer over deze studiedag
Bronnen:
Bolhuis, S. (2016) Leren en veranderen. Emotie, gedrag en denken. Bussum: Uitgeverij Coutinho
Bodewitz, H. (2010) Het integratief conusmodel (eigen publicatie van Harmke Bodewitz)
Bodewitz, H (2016) De MATCH-training. Doetinchem: Graviant Educatieve Uitgaven