In de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking wordt het concept “mentaliseren” nog weinig toegepast. Volgens em. prof. dr. Anton Došen zou een behandeling op basis van het mentalisatieconcept in een aantal gevallen goed van pas kunnen komen. In deze blog worden vijf vragen over mentaliseren beantwoord.
Mentaliseren betekent dat je jezelf van buitenaf en de ander van binnenuit kunt zien. Jezelf van buitenaf zien betekent dat je naar jezelf kijkt alsof je naar een film kijkt waarin je zelf een rol speelt. Met de ander van binnenuit kunnen zien wordt bedoeld dat je aandacht hebt voor de gevoelens en gedachten die een ander in een bepaalde situatie zou kunnen hebben.
Het begrip mentaliseren heeft een verwantschap met het begrip Theorie of Mind (TOM). Bij TOM gaat het om het vermogen om te beschrijven wat een ander ziet, voelt of denkt vanuit zijn perspectief. In de Theorie of Mind wordt ervan uit gegaan dat kinderen dit uit zichzelf leren. Bij mentaliseren gaat men ervan uit dat kinderen dit leren binnen een veilige gehechtheidsrelatie met hun ouders of verzorgers.
Ook lijkt het begrip mentaliseren op “empathie”. Bij empathie gaat het om het herkennen van emoties bij andere mensen en het vervolgens daarop adequaat reageren. Menstaliseren is een breder begrip; het gaat niet alleen over de emoties van de ander maar ook over de emoties bij jezelf.
Een voorbeeld van mentaliseren: “Ik heb boos gereageerd op Sonja omdat zij kortaf reageerde op mijn vraag. Nu ik er over nadenk, herinner ik me dat zij vertelde hoe druk zij het had. Ik dacht dat zij kortaf reageerde omdat ze vond dat ik het niet goed gedaan had. Mogelijk reageerde ze zo omdat ze het druk had. Dat kan gebeuren. De volgende keer zal ik eerst vragen of het uitkomt voordat ik een vraag stel.”
Het kunnen mentaliseren is een belangrijke vaardigheid om jezelf en de ander te begrijpen en met elkaar om te kunnen gaan. Goed kunnen mentaliseren geeft mensen een voordeel op persoonlijk vlak. Door betekenis te kunnen geven aan je eigen mentale toestanden (zoals emoties, gedachten, wensen, intenties, enzovoorts) ga je meer van jezelf begrijpen. Dit zorgt ervoor dat je beter in staat bent om emoties en stress te reguleren.
Ook in de relaties tussen mensen is het vermogen om te kunnen mentaliseren heel belangrijk. Als je jezelf kunt verplaatsen in het perspectief van iemand anders, dan ben je in staat om intieme, productieve en ondersteunende relaties aan te gaan. Door te mentaliseren kun je je verbonden voelen met anderen en kun je jezelf tegelijkertijd ervaren als een autonoom individu met eigen emoties, gedachten en meningen.
Een voorwaarde voor het goed leren mentaliseren is dat mensen zich veilig en verbonden voelen met hun ouders, begeleider, leerkracht of partner. De theorie over mentaliseren is dan ook een aanvulling op de gehechtheidstheorie. Ouders die zelf goed mentaliseren geven deze vaardigheid door aan hun kinderen, door gevoelens, gedachten en wensen van het kind te benoemen en door het kind te stimuleren en te steunen bij (nieuwe) activiteiten.
De ontwikkeling van het mentaliseren gaat in een aantal fasen en hangt samen met de ontwikkeling van het ik-besef. Als ouders emoties op een juiste manier spiegelen (door bijvoorbeeld te zeggen “ik zie dat je boos bent” als een kind boos is), worden kinderen zich steeds meer bewust van het eigen ik. Daarnaast is ook een speelse houding van de opvoeder heel belangrijk. Het spel van kinderen speelt ook een belangrijke rol in het leren mentaliseren.
Voor ieder mens zijn er momenten waarop mentaliseren minder goed lukt. Bijvoorbeeld bij hoge stress, als je er boos bent of als je veel haast hebt.
Er zijn ook mensen bij wie het niet of beperkt kunnen mentaliseren een blijvend probleem vormt. Dit komt bijvoorbeeld voor bij mensen die in hun jeugd zijn mishandeld, verwaarloosd of misbruikt en bij mensen met psychiatrische aandoeningen of persoonlijkheidsstoornissen. Ook bij mensen met functiebeperkingen of autisme is er vaak sprake van een beperkt vermogen tot mentaliseren.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben meestal ook moeite met mentaliseren. Leren mentaliseren hangt namelijk samen met andere ontwikkelingsdomeinen, zoals taal, cognitie, geheugen, motivatie, aandacht, sociaal emotionele-ontwikkeling en motoriek. Mensen met een verstandelijke beperking hebben achterstanden op de diverse ontwikkelingsdomeinen. Hun ontwikkeling loopt vertraagd en kent een plafond. Ook de manier waarop mensen met een verstandelijke beperking informatie verwerken kan verschillen van die van mensen zonder beperkingen. Daarnaast heeft de ernst van de verstandelijke beperking invloed op het ik-besef (dat belangrijk is voor het vermogen tot mentaliseren). De ernst van de beperking is dus mede bepalend voor het mentaliserend vermogen van de persoon. Iemand met een matige of ernstige verstandelijke beperking kan waarschijnlijk de voorlopers van mentaliseren leren. Naast de mogelijkheden om te kunnen ontwikkelen is ook de mate van steun en stimulans van invloed.
Sinds enige tijd bestaat de methode “Mentaliseren Bevorderende Begeleiding (MBB)” die is ontwikkeld door Francien Dekker en Paula Sterkenburg. De methode biedt praktische handvatten waarmee begeleiders het mentaliserend vermogen van hun cliënten kunnen stimuleren. Anderzijds biedt de methode handvatten waardoor begeleiders zelf beter kunnen leren mentaliseren. Dit helpt namelijk om stress bij cliënten beter te begrijpen en er beter mee te leren omgaan. Als begeleiders zelf mentaliseren, kunnen zij zorgen voor een omgeving waarin kwetsbare cliënten zich veilig en verbonden voelen.
De methode MBB staat beschreven in een boek. Bestel hier het boek over Mentaliseren Bevorderende Begeleiding >>
FORTIOR is gespecialiseerd in het organiseren van trainingen voor professionals die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Bekijk hier ons volledige aanbod
Bronnen:
Francien Dekker- van der Sande & Paula Sterkenburg. (2014). Mentaliseren kun je leren. Introductie in Mentaliseren Bevorderende Begeleiding (MBB). Doorn: Bartiméus Reeks.
Stef Antoni. (2008). Hulpverlening bij kindermishandeling: over individuele weerbaarheid en maatschappelijke kwetsbaarheid. Maklu