Sensorische informatieverwerking in vijf vragen. Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben problemen met hun sensorische informatie verwerking (SI) of wel prikkelverwerking. Dit heeft consequenties voor hun welzijn en gedrag. Voor professionals in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is het nuttig om basiskennis te hebben over SI. In deze blog geeft FORTIOR je daarom een korte inleiding.
Zintuigen zijn organen waarmee we informatie waarnemen. Prikkels (ook wel sensorische informatie of zintuiglijke informatie genoemd) komen via de zintuigen het lichaam binnen en gaan via de zenuwbanen naar onze hersenen. De hersenen verwerken deze prikkels en zorgen ervoor dat je erop kunt reageren. Hierdoor weet je dat je moe bent, honger hebt of dat je koffie genoeg is afgekoeld om te drinken.
Sensorische informatieverwerking verloopt grofweg in drie stappen: 1) waarnemen, 2) verwerken, 3) reageren.
Bij waarnemen komt de informatie je lichaam binnen. Vervolgens gaat je brein de informatie verwerken. In dit verwerkingsproces gebeuren ook weer twee dingen. Ten eerste gaat je brein betekenis verlenen. Wat is het dat je hoort, ziet of voelt? Is de informatie nieuw of bekend? Ten tweede gaat je brein de informatie op waarde schatten. Is het een prikkel waar je op moet reageren of die je langs je heen kunt laten gaan. Tot slot reageer je op de prikkel op een passende manier.
Sensorische informatieverwerking gaat meestal automatisch en onbewust. Ongeveer 4% van de prikkels bereikt ons bewustzijn.
Wij mensen hebben 8 zintuigen. Deze zijn grofweg te verdelen in twee groepen.
De eerste groep zijn de externe zintuigen. Zij vertellen iets over de wereld om je heen. Dit is de informatie die van buitenaf naar je toe komt. De externe zintuigen zijn: horen, zien, voelen, ruiken en informatie uit de mond.
De tweede groep zijn de interne zintuigen. Deze zintuigen geven informatie over wat er in je lichaam gebeurt. De interne zintuigen zijn: evenwichtssysteem, spier- en gewrichtsgevoel en inwendig gevoel.
Aan (negatief) gedrag en gedragsproblemen kunnen meerdere problemen ten grondslag liggen, zoals lichamelijke problemen, overvraging, psychische problematiek, problemen in de executieve functies. Ook de manier waarop mensen sensorische informatie verwerken, heeft invloed op gedrag. Het is op de eerste plaats belangrijk om altijd goed naar oorzaken van gedrag te kijken en in ieder geval lichamelijke problemen uit te sluiten
Sensorische informatieverwerking ligt aan de basis van een groot deel van ons gedrag. Ieder mens verwerkt prikkels op een andere manier. Een belangrijke factor bij de verschillen tussen mensen is hoe makkelijk of moeilijk de zintuiglijke informatie binnenkomt. Elk zintuigsysteem kan lage of hoge drempels hebben. Bij lage drempels is het zintuigsysteem overgevoelig en raakt iemand snel overprikkeld. Bij hoge drempels is het zintuigsysteem ondergevoelig en hebben mensen veel prikkels nodig om in actie te komen of alert te blijven. De meeste mensen hebben zowel hoge als lage drempels voor de verschillende zintuigsystemen. Ook kan de hoogte van de verschillende drempels verschillen per moment van de dag, in de ochtend kun je bijvoorbeeld overgevoeliger zijn voor bepaalde prikkels dan in de avond.
We hebben allemaal onze eigen patronen om onszelf te reguleren. Dus met andere woorden, mensen reageren allemaal anders als ze te veel of juist te weinig prikkels binnenkrijgen. Winnie Dunn (hoogleraar en voorzitter van het Department of Occupational Therapy Education aan het Medical Centre van de Universiteit van Kansas) ontwikkelde een model met vier gedragspatronen.
Sommige mensen hebben een passieve strategie om prikkels te reguleren en andere mensen hebben een actieve strategie. Bij een actieve zelfregulatie regelen mensen actief de sensorische input waarmee ze problemen hebben (bijvoorbeeld prikkels zoeken of vermijden). Bij passieve zelfregulatie laten mensen de prikkels over zich heen komen. Ze raken dan overprikkeld of verliezen hun alertheid. In deze indeling is overigens er geen goed of fout. Iedereen heeft wel meerdere gedragspatronen in zich. Het model geeft inzicht in hoe we dingen doen zoals we het doen.
Als je de drempels en strategie in een matrix zet, krijg je volgens Winnie Dunn de volgende indeling van typische manieren van prikkelverwerking:
Neurologische drempels | Zelfregulatie | |
Passief | Actief | |
Hoge drempel | Toeschouwer | Zoeker |
Lage drempel | Sensor | Vermijder |
Meer uitleg over de gedragspatronen volgens het model van Winnie Dunn vind je in deze blog.
Vaak gaat de sensorische informatieverwerking automatisch en zonder problemen. Als de prikkelverwerking niet goed loopt dan is dit niet fijn voor de persoon zelf. Ook kunnen er zoals gezegd gedragsproblemen ontstaan. Als er een vermoeden is van SI-problemen dan kun je een cliënt in kaart laten brengen door een SI-therapeut. Deze therapeut kan dan aan begeleiders aangeven waar de hoge en lage drempels bij een cliënt zitten. In enkele gevallen kunnen professionals ook zelf een inschatting maken.
Globaal bestaat de ondersteuning van mensen met SI problemen uit het wegnemen van prikkels bij de zintuigsystemen met lage drempels (bijvoorbeeld als iemand overgevoelig is voor geluid probeer je auditieve prikkels weg te nemen) en het toevoegen van prikkels bij de zintuigsystemen met hoge drempels (bijvoorbeeld als die zelfde persoon ook ondergevoelig is in spier- en gewrichtsgevoel, kun je misschien meer bewegen met deze persoon). Mensen met een normale ontwikkeling kunnen dit vaak zelf regelen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben hier meestal ondersteuning bij nodig.
Hierboven is de visie omschreven zoals deze vaak wordt toegepast in de zorg. In de afgelopen jaren zijn er ook nieuwe inzichten ontstaan met betrekking tot sensorische informatieverwerking. Breinwetenschappers hebben namelijk recent een aantal ontdekkingen gedaan die ons klassiek beeld van het brein en hoe het werkt compleet overhoop hebben gehaald. Stimuli of prikkels zijn totaal onbetrouwbaar en daarom heeft je brein geleerd om geen rechtstreekse toegang te hebben tot de fysieke wereld. Tot nu toe dacht men dat de menselijke waarneming een soort weergave is van de werkelijkheid, maar dat is een illusie. Wat je waarneemt is niet de wereld, maar jouw beeld van de wereld. Het brein voorspelt hoe de wereld er uit ziet en geeft dan de zintuigen het bevel om te checken hoe goed die voorspelling is in functie van bijvoorbeeld de taak die je op dat moment aan het uitvoeren bent. Het brein verwerkt dus de voorspellingsfout, niet de prikkels. (Vermeulen 2018). Wat deze ontdekking precies voor implicaties heeft voor de ondersteuning van mensen met prikkelverwerkingsproblemen is nog onduidelijk.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Monique Thoonsen een online training over “Onder- en overprikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking” Hier vind je meer informatie over deze training.
Bronnen:
Vriend de, K. (2019) Help zintuiglijke prikkels! Verklaar en verander gedrag met sensorische informatieverwerking. Bestel dit boek hier>>
Dunn, W. (2013) Leven met sensaties. Begrijp je zintuigen. Amsterdam/Antwerpen: Pearson Assessment And Information. Bestel dit boek hier >>
Vermeulen, P. (2018) Het voorspellende brein – deel 1: https://autismevriendelijkemondzorg.nl/wp-content/uploads/2018/09/Free-vermeulen-brein-1.pdf
Studiedag sensorische informatieverwerking bij mensen met een verstandelijke beperking – stap 1 met Karen de Vriend: https://www.fortior.info/trainingen/open-inschrijving/sensorische-informatieverwerking-inleiding/