Sensorische informatieverwerking in vogelvlucht: Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben problemen met hun sensorische informatie verwerking (SI) of wel prikkelverwerking. Dit heeft consequenties voor hun welzijn en gedrag. Voor professionals in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is het nuttig om basiskennis te hebben over SI. Wat is prikkelverwerking? Welke problemen kunnen zich voordoen? Wat is de invloed op gedrag? En hoe kun je mensen met prikkelverwerkingsproblemen ondersteunen?
Zintuigen zijn organen waarmee we informatie waarnemen. Prikkels (ook wel sensorische informatie of zintuiglijke informatie genoemd) komen via de zintuigen het lichaam binnen en gaan via de zenuwbanen naar je hersenen. De hersenen verwerken deze prikkels en zorgen ervoor dat je erop kunt reageren. Hierdoor weet je dat je moe bent, honger hebt of dat je koffie genoeg is afgekoeld om te drinken.
Als je zintuigen goed met elkaar samenwerken en als je hersenen de prikkels adequaat registreren, verwerken en interpreteren dan ben je in staat een beeld te ontwikkelen van je lichaam en van de buitenwereld. Met een goed werkende prikkelverwerking kun je omgaan met andere mensen en je omgeving. Je begrijpt wat er in en om je eigen lichaam afspeelt en je weet wat je daarmee moet doen.
Sensorische informatieverwerking verloopt grofweg in drie stappen: 1) waarnemen, 2) verwerken, 3) reageren.
Bij waarnemen komt de informatie je lichaam binnen. Vervolgens gaat je brein de informatie verwerken. In dit verwerkingsproces gebeuren ook weer twee dingen. Ten eerste gaat je brein betekenis verlenen. Wat is het dat je hoort, ziet of voelt? Is de informatie nieuw of bekend? Ten tweede gaat je brein de informatie op waarde schatten. Is het een prikkel waar je op moet reageren of die je langs je heen kunt laten gaan. Tot slot reageer je op de prikkel op een passende manier.
Sensorische informatieverwerking gaat meestal automatisch en onbewust. Bij de meeste Neurotypicals bereikt ongeveer 4% van de prikkels het bewustzijn. Het zenuwstelsel reageert op sommige (relevante) prikkels en negeert de andere. Daardoor kun je volledig focussen op bepaalde taken, zoals bijvoorbeeld deelnemen aan het verkeer, het volgen van een training of huiswerk maken.
Sensorische informatieverwerking begint dus bij de zintuigen. Deze zijn grofweg in te delen in vier groepen:
Bij bijvoorbeeld mensen met autisme of een verstandelijke beperking verloopt de prikkelverwerking niet vanzelfsprekend. Problemen in de sensorische informatieverwerking zijn divers en per persoon verschillend. Vaak komen modulatieproblemen voor waardoor ze hypo- of hyperresponsief reageren.
Bij hyperresponsiviteit (of overgevoeligheid) komen prikkels – die door de meeste mensen niet als onplezierig of afleidend worden ervaren – heel sterk binnen. De persoon geeft dan vaak een vlucht-, beschermings-, of vermijdingsreactie. Deze reactie is te heftig (in de ogen van de omgeving).
Bij hyporesponsiviteit (of ondergevoeligheid) komen de prikkels juist niet sterk genoeg binnen. De reactie op de prikkel is hierdoor te traag en niet adequaat.
Mensen zijn meestal niet helemaal overgevoelig of helemaal ondergevoelig. Bij een mens kan het ene zintuigsysteem hyperresponsief zijn en het andere hyporesponsief. Dit verklaart waarom mensen met SI problemen op de ene prikkel te sterk kunnen reageren en op de andere prikkel juist weer te traag.
We hebben allemaal onze eigen patronen om onszelf te reguleren. Dus met andere woorden, mensen reageren allemaal anders als ze te veel of juist te weinig prikkels binnenkrijgen. Winnie Dunn (hoogleraar en voorzitter van het Department of Occupational Therapy Education aan het Medical Centre van de Universiteit van Kansas) ontwikkelde een model met vier gedragspatronen.
Sommige mensen hebben een passieve strategie om prikkels te reguleren en andere mensen hebben een actieve strategie. Bij een actieve zelfregulatie regelen mensen actief de sensorische input waarmee ze problemen hebben (bijvoorbeeld prikkels zoeken of vermijden). Bij passieve zelfregulatie laten mensen de prikkels over zich heen komen. Ze raken dan overprikkeld of verliezen hun alertheid. In deze indeling is overigens er geen goed of fout. Iedereen heeft wel meerdere gedragspatronen in zich. Het model geeft inzicht in hoe we dingen doen zoals we het doen.
Als je de drempels en strategie in een matrix zet, krijg je volgens Winnie Dunn de volgende indeling van typische manieren van prikkelverwerking:
Neurologische drempels | Zelfregulatie | |
Passief | Actief | |
Hoge drempel | Toeschouwer | Zoeker |
Lage drempel | Sensor | Vermijder |
Meer uitleg over de gedragspatronen volgens het model van Winnie Dunn vind je in deze blog.
Op de eerste plaats kunnen SI problemen heel vervelend zijn voor de persoon in kwestie. Dit heeft FORTIOR gehoord van mensen met autisme die daarover kunnen vertellen. Prikkelverwerkingsproblemen zorgen voor veel stress, vermoeidheid en lijden. Omdat veel mensen niet precies begrijpen dat prikkelverwerkingsproblemen bestaan en wat ze inhouden, hebben mensen met SI-problemen regelmatig te maken met onbegrip en oordelen.
Vooral ondergevoeligheid kan leiden tot gevaarlijke situaties. Zo vertelde een vrouw met autisme eens dat zij haar rug ernstig had verbrand omdat ze niet voelde dat de douche te heet stond.
Prikkelverwerking heeft gevolgen voor je alertheid. Mensen die te weinig prikkels krijgen raken ernstig onderprikkeld (hypoactief). Ze worden sloom, zijn niet in beweging te krijgen en kunnen bijvoorbeeld niet meer opletten op school omdat ze hun alertheid verliezen. Mensen waarbij de prikkels te sterk binnenkomen kunnen juist totaal overprikkeld raken (hyperactief).
Kinderen en volwassenen met prikkelverwerkingsproblemen kunnen soms zelf oplossingen vinden om prikkels te vermijden of juist op te zoeken. Dit gedrag kan door de omgeving worden ervaren als storend of problematisch.
Volgens Anneke Groot hebben verstoringen in de prikkelverwerking verstrekkende gevolgen voor de reacties en de manier waarop problemen (niet) worden opgelost. Mensen met SI problemen missen de zintuiglijke basis waardoor het moeilijk is om zichzelf te ervaren, te organiseren en aan te sturen. Anneke Groot legt in haar boek Houvast een verband tussen SI problemen en problemen in de executieve functies.
Anneke Groot schrijft in haar boek Houvast dat kinderen met prikkelverwerkingsproblemen een meer afgestemde omgeving nodig hebben. Ze hebben begrip en geduld nodig. Ze hebben het nodig om op een prettige manier zintuiglijke ervaringen te kunnen opdoen, zodat ze deze informatie kunnen verwerken en opslaan. Op die manier kunnen ze zich zintuiglijk ontwikkelen. Soms gaat dat snel en soms duurt dan heel lang.
In de inleidende studiedag over sensorische informatie verwerking bij mensen met een verstandelijk beperking met Karen de Vriend kwam aan de orde dat de ondersteuning bij SI problemen globaal kab bestaan uit het wegnemen van prikkels bij de zintuigsystemen met lage drempels (bijvoorbeeld als iemand overgevoelig is voor geluid probeer je auditieve prikkels weg te nemen) en het toevoegen van prikkels bij de zintuigsystemen met hoge drempels (bijvoorbeeld als die zelfde persoon ook ondergevoelig is in spier- en gewrichtsgevoel, kun je bijvoorbeeld meer bewegen met deze persoon). Mensen met een normale ontwikkeling kunnen dit vaak zelf regelen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben hier meestal ondersteuning bij nodig.
Als er een vermoeden is van SI-problemen dan kun je een cliënt in kaart laten brengen door een SI-therapeut. Deze therapeut kan dan aan begeleiders aangeven waar de hoge en lage drempels bij een cliënt zitten. De SI-therapeut kan meedenken over manieren om met dagelijkse situaties om te gaan.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Monique Thoonsen een online training over “Onder- en overprikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking” Hier vind je meer informatie over deze training.
Bronnen:
Vriend de, K. (2019) Help zintuiglijke prikkels! Verklaar en verander gedrag met sensorische informatieverwerking. Bestel dit boek hier>>
Dunn, W. (2013) Leven met sensaties. Begrijp je zintuigen. Amsterdam/Antwerpen: Pearson Assessment And Information. Bestel dit boek hier >>
Berckelaer-Onnes, van, I. Degrieck, S. Hufen,M. (2017) Autisme en zintuiglijke problemen. Amsterdam: Boom uitgevers
Bestel dit boek hier>>
Anneke Groot. (2015). Houvast. Contactgericht spelen en leren met kinderen in het autistisch spectrum. Amsterdam: uitgeverij SWP. ISBN 9789088505973. Bekijk dit boek hier>>
Studiedag sensorische informatieverwerking bij mensen met een verstandelijke beperking – stap 1 met Karen de Vriend: https://www.fortior.info/trainingen/open-inschrijving/sensorische-informatieverwerking-inleiding/