Seksuele en genderdiversiteit komt ook voor bij mensen met een (lichte) verstandelijke beperking. Zo is een aanzienlijk deel van de patiënten die wordt aangemeld bij een genderpoli licht verstandelijk beperkt of zwakbegaafd. Voor professionals is het een hele opgave om deze cliënten goed te ondersteunen. Het ontbreekt ze vaak aan kennis, hulpmiddelen en vaardigheden. In deze blog lees je over wat belangrijk is bij de ondersteuning van cliënten met genderdysforie.
Het woord geslacht verwijst naar de biologische en fysiologische kenmerken van mannen, vrouwen en intersekse personen. Bij de geboorte wordt gewoonlijk aan de hand van geslachtskenmerken het geslacht toegekend. Gender is een sociaal construct dat bestaat uit normen, gedragingen en rollen die in een maatschappij worden gezien als mannelijk of vrouwelijk. Gender varieert daarom in tijd en context. Gender bestaat uit genderidentiteit (hoe de persoon gender ervaart) en genderexpressie (hoe gender bij de persoon tot uiting komt).
Transgender is een parapluterm die aangeeft dan de genderidentiteit niet overeenkomt met toegewezen geslacht. Mensen met genderdysforie hebben een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee ze geboren en opgegroeid zijn. Het geslacht past niet bij hoe ze zich voelen en hoe ze zich willen uiten.
Het hebben van genderdysforie kan een grote lijdensdruk veroorzaken en zorgen voor problemen op diverse levensgebieden. Veel mensen lijden onder depressie, angststoornissen, eenzaamheid, middelengebruik, seksuele problemen, geweld en discriminatie.
Als er sprake is van genderdysforie dan zijn er verschillende niveaus van transitie mogelijk:
Genderdysforie komt voor bij mensen met LVB en mensen die zwakbegaafd zijn. Er is weinig onderzoek gedaan naar hoe vaak een LVB voorkomt bij mensen met genderdysforie. Uit intern onderzoek van het Amsterdam UMC dat ongeveer 27% van de mensen, die wordt aangemeld bij een genderpoli, een LVB heeft.
Bij veel zorgorganisaties zijn weinig kennis en vaardigheden aanwezig om mensen met LVB en een transgendervraag te ondersteunen. Hieronder worden enkele punten op een rij gezet die belangrijk zijn bij deze ondersteuning:
Allereerst is het belangrijk om de hulpvraag rond gender bij mensen met LVB te herkennen. Veel zorgprofessionals hebben te weinig kennis over gender, het gendercontinuüm en exploratie van de genderidentiteit. Vaak worden impliciete en expliciete signalen van gendersdysforie niet herkend. Ook zijn professionals zich regelmatig te weinig bewust van de individuele verschillen en hoe deze verschillen van invloed zijn op de hulpvraag.
Mensen met LVB hebben moeite met het verwerken van informatie en het vertalen van de informatie naar hun eigen situatie. Mensen met LVB hebben recht op betrouwbare informatie die aansluit bij hun begripsniveau, hun context en hun persoonlijke situatie.
Er bestaan recente richtlijnen voor psycho-educatie:
Bij psycho-educatie zijn kennis van de professional met betrekking tot transgender vraagstukken heel belangrijk. Daarnaast kan het lastig zijn om de juiste materialen te vinden die behulpzaam kunnen zijn bij psycho-educatie over transgendervraagstukkken. Op de website transtoegankelijk.nl zijn diverse materialen voor psycho-educatie en voorlichting: https://www.transtoegankelijk.nl/materialen
Bij veel zorgprofessionals is sprake van onbewuste vooroordelen, opmerkingen en gedragingen die kwetsend zijn voor cliënten met genderdysforie. Ook zien een aantal professionals het niet als hun verantwoordelijkheid om cliënten te helpen bij hun gendervraag. Hierdoor krijgen een aantal cliënten niet de ondersteuning die ze nodig hebben of ze hebben geen toegang tot de genderpoli.
Het is belangrijk dat er op individueel, team- en organisatieniveau aandacht is voor de morele kant van het professioneel handelen, de attitude van de professional en microagressie.
In de communicatie met en over mensen met genderdysforie is het belangrijk om op de woordkeus te letten. Bedenk dat “transgender” een bijvoeglijk naamwoord is dat gebruikt wordt om iemand te omschrijven. Zeg bijvoorbeeld ”Mijn collega is transgender” In plaats van “Mijn collega is een transgender”. Vermijd ook woorden als “ombouwen” of “transseksueel” want dat is een verouderde term.
Bij het praten over seksualiteit en seksuele diversiteit is het noodzakelijk om te beschikken over goede gespreksvaardigheden. Het Plissit-model kan handvatten bieden.
Om cliënten met transgendervraag goed te kunnen ondersteunen is het belangrijk om kennis te hebben van het diagnose traject. Daarnaast is het noodzakelijk dat er meer diagnostische instrumenten komen waarmee genderdysforie gediagnostiseerd kan worden bij mensen met een verstandelijke beperking.
Het is noodzakelijk om multidisciplinair samen te werken bijvoorbeeld met een genderpoli. Zo krijgen professionals een vollediger beeld van de persoon en kunnen ze de klinische expertise over LVB integreren in hun diagnose.
Zeker als er sprake is van een medische transitie dan komt het begrip “Wilsbekwaamheid ter zake” aan de orde. Mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen niet altijd gevolgen, voordelen en nadelen van een medische ingreep overzien. Meer informatie over het toetsen van wilsbekwaamheid
Vaak is er ook financiering nodig om de transitie mogelijk te maken. Het is dan van belang dat professionals op de hoogte zijn van de wet en regelgeving om deze benodigde financiering te regelen.
Zoals besproken kan een transitie op drie niveaus plaatsvinden. De transitie wordt altijd individueel vormgegeven. Niet iedere persoon met gendervraagstukken doorloopt alle niveaus van transitie. Ook hier is kennis over het verloop van de trajecten van belang en hulpmiddelen om eventuele voor en nadelen te bespreken. Als een cliënt een geslachtsveranderende operatie ondergaat, dan is er ook medische (na)zorg nodig en hulp bij bijvoorbeeld het huishouden.
De ondersteuning hoort zich ook te richten op de omgeving. Zo is het belangrijk om de eventuele partner, familie, eventuele collega’s en de wijk waarin de persoon woont te betrekken. Zij kunnen mogelijk ook praktische en emotionele ondersteuning bieden. Ook lotgenoten contact kan voor de persoon heel waardevol zijn.
In enkele gevallen levert een transitie veel weerstand en agressie op in de familie of sociale omgeving waar de persoon woont. De veiligheid van de cliënt kan in gevaar komen. Veel professionals vinden het dan prettig om contact te hebben met instanties die kunnen bemiddelen tussen de cliënt en familie.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Welmoed Visser-Korevaar een studiedag over het bevorderen van seksuele gezondheid. In deze studiedag worden zowel de seksuele en emotionele ontwikkeling belicht. Ga voor meer informatie naar deze pagina
Bronnen
Maes, J., Peters-Scheffers, N., Derks, I. Stutterheim, S (2023) De ondersteuning van transgender personen met een lichte verstandelijke beperking vanuit het perspectief van professionals; een kwalitatieve studie in Nederlands tijdschrift voor zorg aan mensen met een verstandelijke beperking jaargang 49 . nr2 . mei 2023
Website https://www.transtoegankelijk.nl/
Website: https://www.umcg.nl/-/genderdysforie
Website: https://mindkorrelatie.nl/onderwerpen/transgender
Online workshop “Seksuele en genderdiversiteit in de verstandelijke gehandicaptenzorg” op 18 april 2023