Wanneer mensen te veel stress ervaren (onveilige modus), kan dat ervoor zorgen dat ze blijven doen wat ze altijd al deden. Ze blijven hangen in oude patronen of mechanismen en zijn niet in staat om zich te richten op nieuwe, verfijndere manieren van doen. Dit zegt Bianca Vugts in haar nieuwste boek “Werken met jezelf”. In dit boek beschrijft ze verschillende manieren waarop professionals in de gehandicaptenzorg zichzelf bewust kunnen inbrengen in het contact met hun cliënten. Een van die manieren is hartcoherentie. Begeleiders kunnen hartcoherentie gebruiken om hun stress te reguleren en in een veilige modus terecht te komen. Hartcoherentie is ook heel toepasbaar bij mensen met een matige tot lichte verstandelijke beperking.
Het autonoom zenuwstelsel regelt automatisch een onbewust een aantal belangrijke lichaamsfuncties, zoals de ademhaling, spijsvertering, hartslag, enzovoorts. Het autonome zenuwstelsel heeft twee delen: een activerend deel (sympathisch zenuwstelsel) en een rustgevend deel (parasympatisch zenuwstelsel). Deze twee delen worden ook wel omschreven als een gaspedaal en rem.
Als er actie nodig is dan wordt het gaspedaal (activerende deel) aangesproken. Als activiteit achter de rug is, dan zorgt de rem (rustgevende deel) weer voor rust. Het lichaam streeft naar een optimale balans tussen gasgeven en remmen. Want als er sprake is van een balans dan kunnen mensen zich snel aanpassen aan een veranderende situatie en hebben mensen het minste energie verlies.
Chronische stress of traumatische ervaringen kunnen ervoor zorgen dat het gaspedaal de overhand krijgt. Er is een voortdurende onbalans. Het lichaam is ingesteld op een constante dreiging. Bij de minste of geringste aanleiding kan het lichaam reageren door meteen flink gas te geven. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de persoon zelf maar ook voor zijn contacten met anderen.
Een belangrijke boodschap in het boek “Werken met jezelf” is dat emoties en stress ervaringen je niet hoeven te overspoelen. Je kunt jezelf in beheer nemen. Mensen kunnen zoveel mogelijk de veilige modus in zichzelf opzoeken. Vanuit een veilige modus kunnen mensen een beroep doen op hun krachtbronnen als verstand, intuïtie, creativiteit en verbeelding. Als begeleiders goed voor zichzelf zorgen, dan kunnen ze zich beter afstemmen op hun cliënten en is ook coregulatie mogelijk.
Het hart speelt een grote rol bij ons gevoelsleven en stresservaringen. Het hart stuurt namelijk meer signalen naar het brein dan anders om. Als het hartritme regelmatig en harmonieus is, dan vatten de hersenen dat op als een signaal dat alles in orde is. Wanneer het hartritme grillig en onregelmatig is dan ontvangen de hersenen de boodschap dat er een onbalans is. Dit heeft invloed op de manier waarop iemand zich voelt, denkt en waarneemt. Vanuit de onveilige modus zien mensen dingen sneller als bedreigend en vijandig dan wanneer mensen zich veilig en geborgen voelen.
Als het gaspedaal en rem goed in balans zijn dan is het hartritme coherent. Mensen kunnen hun hartritme beïnvloeden via hun ademhaling. Door de ademhaling te vertragen en gelijkmatig te maken kunnen mensen hun hart helpen om in een coherent ritme te komen. Als het hart een coherent signaal uitzendt, dan krijgt het lichaam het signaal: de kust is veilig!
Gemiddeld heeft een lichaam zes weken nodig om de homeostase aan te passen. Als mensen zes weken lang ongeveer 12 minuten per dag oefenen met hartcoherentie, dan komt hun lichaam steeds meer in de veilige modus, ook als je niet bewust met hartcoherentie bezig bent. Als mensen vervolgens in een stressvolle situatie terechtkomen, is een moment van bewustwording genoeg om de veilige modus op te kunnen zoeken.
FORTIOR organiseert in samenwerking met Bianca Vugts een studiedag over de wijze waarop hartcoherentie kan worden gebruikt in de zorg voor mensen met een matige tot lichte verstandelijke beperking. Lees meer over deze studiedag>>
Bron:
Vugts – De Groot, B. (2017) Werken met jezelf. Over je belangrijkste instrument in de zorg. Amsterdam: Boom Uitgevers Bestel dit boek hier