Ervaringsordening gaat over mensen. Wie met mensen werkt en hun gedrag moet kunnen begrijpen en wil sturen en begeleiden, zal baat hebben bij kennis van het proces van ervaringsordening. Inmiddels wordt door veel mensen in een toenemend aantal werkvelden met de methode ervaringsordening gewerkt. Daarnaast wordt ervaringsordening bij een aantal MBO- en HBO-opleidingen gebruikt. Het enthousiasme van de deelnemers c.q. studenten en de effectiviteit van de methode was voor de auteur een drijfveer om de laatste inzichten in ervaringsordening vast te leggen voor een brede doelgroep van gebruikers.
Dit boek is geschikt voor een ieder die met volwassenen of kinderen werkt of met hen gaat werken: SPH en HBO-verpleegkunde, met nadruk op mensen met een verstandelijke beperking, meervoudig gehandicapten en geriatrische psychiatrie. Binnen de pabo de opleiding tot leerkracht in het speciaal onderwijs, het pedagogisch werkveld en de opleiding tot onderwijsassistente.
In de eerst twee hoofdstukken maakt men kennis met de theorie van ervaringsordening. Alle basisbegrippen komen aan de orde met voorbeelden uit het dagelijkse leven. Vanaf hoofdstuk drie wordt de kennis toegepast op een praktijkvoorbeeld. In elk hoofdstuk wordt een nieuwe stap gezet in het verkennen van ervaringsordening aan de hand van de praktijk. Een apart hoofdstuk is gewijd aan ervaringsordening bij mensen met een verstandelijke beperking. De profielschets wordt geïntroduceerd, waarmee je inzicht krijgt in hoe de cliënt in alledaagse situaties de werkelijkheid beleeft en hoe je vanuit die kennis proactief kunt handelen.
De methode ervaringsordening is beschreven aan de hand van casuïstiek. De casussen komen uit verschillende werkvelden: een behandelhuis voor tienermeisjes(hoofdstuk 3); een peuteropvang (hoofdstuk 4); ouderenzorg in een verzorgingshuis (hoofdstuk 5); psychogeriatrische zorg in een verpleeghuis (hoofdstuk 6 en 9); een school voor meervoudig gehandicapte kinderen met een ernstige verstandelijke beperking (hoofdstuk 7); een instelling voor volwassenen met een (ernstige) verstandelijke beperking (hoofdstuk 8); speciaal onderwijs (hoofdstuk 9); en in hoofdstuk 9 en 10 een woongroep voor volwassenen met een verstandelijke beperking. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een lijst van de begrippen en een opdracht waarmee je aan de slag kan. In de bijlage vind je een korte weergave van de levensdomeinen met de indicatiegebieden en hoe je je daarbij aansluit.
Bestellen