Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een gehechtheidsrelatie een positief effect kan hebben op de psychofysiologische homeostase van de cliënt. Zo bleken cliënten met een ernstig verstandelijke beperking, ernstige gedragsproblematiek en een reactieve hechtingstoornis na ontvangen van de Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) een normale cortisol (stresshormoon) dagcurve te hebben, waar de dagcurve vóór de ITGG een abnormaal patroon had. Doordat de cliënt een gehechtheidsrelatie met de behandelaar opbouwt, ontwikkelt zich bij de cliënt een gewenste psychofysiologische homeostase.
Uit ander onderzoek blijkt dat regelmaat in onder andere eten, slapen en activatie bijdraagt tot een adequate psychofysiologische homeostase bij de cliënt. Hieruit volgt de vraag: Waar moet men dan beginnen om de psychofysiologische homeostase bij een cliënt te weeg te brengen? Is het belangrijk om te beginnen bij regelmaat met betrekking tot eten, slapen en activatie? Of is het beter om te beginnen bij het stimuleren van een gehechtheidsrelatie? En wat is het verband tussen gehechtheid, gedragsproblemen en psychofysiologische homeostase? Tijdens de presentatie zal worden stilgestaan bij deze vragen. Er zal ook aandacht zijn voor de vraag: Welke factoren dragen bij tot het bevorderen van de psychofysiologische homeostase en vervolgens de emotionele ontwikkeling van een cliënt met een verstandelijke beperking?
Wil men van te voren meer lezen over cortisol veranderingen tijdens behandeling van cliënten? Zie hoofdstuk 3: “Cortisol changes during psychotherapy in adolescents with a visual and intellectual disability and challenging behavior”, in: Sterkenburg Paula S., 2008, Intervening in Stress, Attachment and Challenging Behaviour: Effects in Children with Multiple Disabilities.
Paula Sterkenburg studeerde in 1991 af als ‘kliniese sielkundige / clinical psychologist’ aan de Noord-Wes Universiteit te Potchefstroom in Zuid Afrika en in 1993 als psycholoog aan de Universiteit Utrecht in Nederland. Ze werkt als gz-psycholoog/therapeut bij de afdeling psychotherapie van Bartiméus in Doorn en als universitair docent aan de Afdeling Ontwikkelingspedagogiek, Faculteit Psychologie en Pedagogiek en EMGO+ Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Binnen een samenwerkingsproject tussen de VU Amsterdam en Bartiméus heeft zij haar promotie onderzoek afgerond (PhD. 2008) met als titel: ‘Intervening in Stress, Attachment and Challenging Behaviour: Effects in Children with Multiple Disabilities’. De VGN kende haar de 1e VGN Gehandicaptenzorgprijs (2007) toe voor de manier waarop zij een brug heeft weten te slaan tussen onderzoek en praktijk. In 2012 werd aan haar de Han Nakken prijs van de Rijksuniversiteit Groningen toegekend voor de meest opmerkelijke praktijkprestatie voor het werkboekje ‘Vertrouwensrelatie voor ontwikkeling’.