In deze lezing wordt een schets gegeven van verschillende ervaringsgerichte interventies zoals aangeboden worden door psychomotorisch therapeuten maar ook beeldend therapeuten, dans- en dramatherapeuten en muziek therapeuten. Daarbij wordt direct stil gestaan bij de vraag of en zo ja waarom deze interventies goed aansluiten op behoeften en mogelijkheden van mensen met een verstandelijke beperking . Daarna wordt dieper ingegaan op specifiek de lichaams- en bewegingsgerichte interventies : bij welke problemen kunnen welke interventies ingezet worden met welk resultaat. Belangrijk zijn daarbij ook de resultaten van onderzoek en de mate waarin het lukt om het aanbod dat in de praktijk wordt ingezet ook goed te onderbouwen. Naast de inzet van ervaringsgerichte interventies in de behandeling, dus bij specifieke psychologische en/of gedragsproblematiek, zijn er ook mogelijkheden in de preventieve sfeer. Onder andere de aanpak en ondersteuning van bijvoorbeeld woonbegeleiders bij het voorkomen van (escalatie bij) traumagerelateerde problematiek komt hierbij aan de orde. In het laatste deel van de lezing wordt een pleidooi gehouden voor meer aandacht aan evaluatie en de inzet van betrokkenen zelf daarbij.
Dr. Jooske van Busschbach studeerde klinische pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Utrecht en promoveerde op het proefschrift ‘Uit het oog, uit het hart? Een studie naar stabiliteit en verandering in persoonlijke relaties’. Ze is lector Bewegen, Gezondheid en Welzijn bij de Hogeschool Windesheim. Binnen dit lectoraat, dat een sterke binding heeft met de opleiding voor psychomotorische therapie, wordt (promotie)onderzoek gedaan naar de effecten van beweging en lichaamsgerichte interventies op psychisch en sociaal functioneren met name van mensen in zorg binnen de GGZ, de orthopedagogische instellingen de revalidatie. Zij combineert deze functie met haar werk als senior onderzoeker en staflid van het Rob Giel Onderzoekcentrum, onderdeel van het Universitair centrum Psychiatrie van het UMCG in Groningen. Hier is zij verantwoordelijk voor een groot aantal onderzoeken in de GGZ, met name praktijkgestuurde studies naar (de werkzaamheid van) nieuwe psychosociale interventies in de langdurige, complexe zorg. Zij was medeverantwoordelijk voor de studie ‘Vaktherapie Noord Nederland’ (Aerts, e.a. 2012) en is co-promotor bij een aantal promotieonderzoeken naar de psychometrische kwaliteiten van psychomotorisch diagnostische instrumenten en de effectiviteit van psychomotorisch therapeutische interventies, ook voor mensen met licht verstandelijke beperkingen.