In de maatschappij maar ook in de zorg is steeds meer aandacht voor de betrokkenheid van familieleden bij de zorg. Dat is fijn en belangrijk, want familieleden willen vaak betrokken blijven bij de zorg voor hun familielid. Hun kennis en ervaring blijft van belang ook als hun kind, zus of broer niet meer thuis woont. Mensen met een beperking, familieleden en professionals willen graag een goede en gelijkwaardige samenwerking. Dit gaat niet altijd vanzelf. Soms zijn rollen en taken niet duidelijk of is er onvoldoende begrip voor elkaar. De samenwerking kan dan onder spanning komen te staan. Er is dan ook winst te behalen voor de samenwerking tussen de persoon met een beperking, zijn of haar naasten en professionals. Zowel in opleidingen als in de praktijk is nog meer kennis welkom.
Tijdens de lezing zullen we de uitkomsten van het onderzoek (een Delphi-studie en participatief actie-onderzoek in leerwerkplaatsen) toelichten. Hoe ervaren mensen met een verstandelijk beperking, verwanten en professionals de samenwerking? Wat zijn belangrijke aandachtspunten om tot een goede samenwerking te komen? Wat levert het op als hier in de praktijk aan gewerkt wordt?
Mirjam, orthopedagoog en gezondheidszorgpsycholoog, is verbonden aan het centrum voor diagnostiek en behandeling (het Adviespunt) van Ons Tweede Thuis. Daarnaast werkt ze als scientist practitioner bij de Academische Werkplaats ‘sociale relaties en gehechtheid’ en verricht ze taken als klinisch docent Orthopedagogiek bij de VU Amsterdam. Sinds 2021 is zijn als promovendus verbonden aan het onderzoek ‘Samen de goede zorg geven’. In dit onderzoek staat de samenwerking tussen personen met een verstandelijke beperking, verwanten en professionals in de langdurige zorg centraal. Wat zijn belangrijke bevorderende en belemmerende factoren in deze samenwerking? Wat is nodig om deze samenwerking te verbeteren? Hoe kan de deskundigheid van (aankomend) professionals in de praktijk en het onderwijs op dit gebied vergroot worden?