Terug naar het overzicht

Symposium Emotionele ontwikkeling als basis

23 apr 2015
Plaats
Online
  • Dit symposium vond plaats op op 23 april 2015 in de aula van Universiteit Tilburg.
  • Dagvoorzitter: Petri Embregts
  • Sprekers: Anton Došen, Carolien Rieffe, Paula Sterkenburg, Jan Gielen en Max Feltzer, Tanja Sappok
  • Een internationaal, wetenschappelijk symposium over: Emotionele ontwikkeling als basis voor psychisch gezonde ontwikkeling bij mensen met een ontwikkelingsbeperking
  • Accreditatie is toegekend door het accreditatiebureau NIP/NVO, Register Vaktherapie en de NVLF

Lees hier een korte samenvatting van het symposium

download hier de hand-outs van het symposium

Verschillende onderzoekers – zowel op het gebied van de neurowetenschappen als op het gebied van de ontwikkelingspsychologie – benadrukken tegenwoordig de belangrijke rol van emoties in de psychische gezondheid. Hierbij gaat de aandacht van de wetenschappers voornamelijk uit naar de expressie en regulatie van emoties en hun invloed op sociaal gedrag en het ontstaan van psychopathologie. Sinds kort zoemen onderzoekers ook in op de emotionele ontwikkeling. Daarbij wordt gekeken hoe deze de totale psychosociale ontwikkeling beïnvloedt en hoe stoornissen in de emotionele ontwikkeling ten grondslag kunnen liggen aan psychische problemen.

In de zorg voor mensen met een ontwikkelingsbeperking (zoals een verstandelijke beperking of ASS) is het thema emotionele ontwikkeling nauwelijks wetenschappelijk actueel. Er zijn wel positieve berichten vanuit de praktijk over het gebruik van de SEO en de SEO-R (Schaal voor Emotionele Ontwikkeling) in de integratieve diagnostiek en behandeling van mensen met een ontwikkelingsbeperking die probleemgedrag of psychische stoornissen vertonen. Er wordt bij integratieve diagnostiek en behandeling vooral gekeken naar het emotionele ontwikkelingsniveau en de rol van dit niveau in het ontstaan van gedrags- en psychische problematiek.

Regulatie van emotionele lading kan bij mensen met een verstandelijke beperking of ASS zeer problematisch zijn. Dit kan zowel de sociale ontwikkeling als het sociaal functioneren bij deze mensen belemmeren. Het emotionele ontwikkelingsniveau kan bepalend zijn voor het ontstaan van hechtingsgedrag en een veilige gehechtheid. Deze zijn op hun beurt weer bepalend voor de sociale interactie en het gedrag van de persoon.

 

 

Door een onderkenning van het emotionele ontwikkelingsniveau kunnen bij mensen met een ontwikkelingsbeperking de basale emotionele behoeften ontdekt worden en kunnen daarnaast de gedragskenmerken van de persoon beter begrepen worden. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden in de hulpverlening aan mensen met een verstandelijke beperking of ASS.

Professionals in de zorg worden zich er steeds meer van bewust dat de emotionele ontwikkeling (naast de cognitieve ontwikkeling) een wezenlijke rol speelt in de persoonlijkheidsontwikkeling van mensen met verstandelijke beperking of ASS. Hulpverleners stemmen de strategie voor behandeling en ondersteuning dan ook steeds vaker af op het emotionele ontwikkelingsniveau van hun cliënt.

Door de groeiende belangstelling voor het thema emotionele ontwikkeling, groeit ook de behoefte aan kennis en uitwisseling van praktische ervaringen rond de implementatie van het aspect emotionele ontwikkeling in de dagelijkse zorg voor mensen met een ontwikkelingsbeperking. Dit is een belangrijke aanleiding voor het organiseren van dit symposium.

Inhoud

Dit symposium heeft tot doel om de huidige wetenschappelijke inzichten en ervaringen uit het veld bij elkaar te brengen en op deze manier een stimulans te geven zowel aan verder onderzoek als aan goede praktijkvoorbeelden in de zorg voor mensen met een ontwikkelingsbeperking. Ook zal aandacht worden besteed aan recente ontwikkelingen met betrekking tot diagnostische instrumenten op het gebied van emotionele ontwikkeling.

De programmacommissie bestond uit uit em. prof. dr. A. Došen, dr. M.J.A. Feltzer, en drs. A.J.C. van den Broek.

 

 

Ochtend
10:00

Opening door de voorzitter
prof. dr. Petri Embregts

10:15

Neurobiologische en psychosociale aspecten van de emotionele ontwikkeling bij mensen met een ontwikkelingsstoornis
Door em. prof. dr. Anton Došen

11:00

Pauze

11:30

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met een ASS en de implicaties voor de praktijk
prof dr. Carolien Rieffe

12:00

Psychofysiologische homeostase en gehechtheid
Door dr. Paula Sterkenburg

12:30

forumdiscussie met Anton Došen, Carolien Rieffe en Paula Sterkenburg onder leiding van Petri Embregts

13:00

Lunchpauze

 
Middag
14:00

Resultaten van het onderzoek naar de psychometrische eigenschappen van de SEO-R
Door prof. dr. Stijn Vandevelde

14:30

Validering van een theorie van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de constructie van een observatieschaal
Door drs. Jan Gielen & dr. Max Feltzer

15:00

Pauze

15:30

Emotional Development in Adults with Intellectual Disability: Impact for the Understanding of Challenging Behaviors
Door Priv.-Doz. Dr. Tanja Sappok

16:00

Forumdiscussie met Stijn Vandevelde, Jan Gielen, Max Feltzer en Tanja Sappok onder leiding van Petri Embregts

16:30

Afsluiting
Door prof. dr. Petri Embregts

17:00

Borrel

Prof. dr. P.J.C.M. (Petri) Embregts is bijzonder hoogleraar op de leerstoel Mensen met een verstandelijke beperking: Psychopathologie en behandeling (Departement Tranzo) en de leerstoel Beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (Departement Medische en Klinische Psychologie) aan de Universiteit van Tilburg. Andere functies: Petri Embregts is directeur behandelinnovatie en wetenschap bij Dichterbij en hoofdopleider van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (de GZ-opleiding) bij het Regionaal Instituut voor Nascholing en Opleiding te Eindhoven, Rino Zuid. Tot slot is ze lid van de commissie hoog specialistische geestelijke gezondheidszorg van de Gezondheidsraad, lid van de beoordelingscommissie Kwaliteit van Zorg/Care ZonMw en redactielid van het Nederlands Tijdschrift voor Zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts doet onderzoek naar empowerment van mensen met een verstandelijke beperking en van hun directe ondersteuners (verwanten, begeleiders in het primaire proces), ethiek en effectiviteit van behandelingen.

Samenvatting: neurobiologische en psychosociale aspecten van de emotionele ontwikkeling bij mensen met een ontwikkelingsstoornis.

Hieronder lees je een samenvatting van de lezing die Anton Dosen gaf op 23 april 2015 tijdens het symposium "Emotionele ontwikkeling als basis" De recentelijke ontdekkingen op gebied van de neurowetenschappen brengen revolutionaire veranderingen met zich mee in het denken over de psychosociale ontwikkeling van mens. Wetenschappers uit de cognitieve neurowetenschap, affectieve neurowetenschap en sociale neurowetenschap maken onderscheid tussen cognitieve, emotionele en sociale neurale systemen in de hersenen en benadrukken het feit dat deze hersensystemen zich tot een bepaalde hoogte onafhankelijk van elkaar kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat het cognitief, emotioneel en sociaal functioneren als drie aparte onderdelen van het psychosociaal leven beschouwd moeten worden. Ontwikkeling van het neurale emotionele systeem en van de basale emoties krijgt het primaat in de psychosociale ontwikkeling. Het speelt een wezenlijke rol in ontstaan van gehechtheid, in vorming van 'self', in interpersoonlijke relaties en gedrag, als ook in de persoonlijkheidsvorming. Een discrepantie tussen cognitieve en emotionele ontwikkeling resulteert in een persoonlijkheid die kwetsbaar is voor het ontstaan van gedrags- en psychische stoornissen. Emotionele ontwikkeling bij mensen met een ontwikkelingsstoornis krijgt helaas weinig aandacht van de hulpverleners. In onze westerse samenleving is de 'cognitieve cultuur' overheersend. Een verstandelijke beperking wordt binnen een cognitieve context geplaatst en wordt gedefinieerd als beperking in de cognitieve ontwikkeling en in het adaptief gedrag. De emotionele ontwikkeling ontbreekt volledig in deze definitie. Bij mensen met een autisme spectrum stoornis wordt vooral aandacht besteed aan specifieke cognitieve en sociale aspecten. Tekorten in de emotionele ontwikkeling bij mensen met autisme worden over het hoofd gezien. In de praktijk is gebleken dat door het bepalen van het niveau van emotionele ontwikkeling verschillende gedrags- en psychiatrische problemen van mensen met een ontwikkelingsbeperking verklaard en begrepen konden worden. Dit inzicht is onmisbaar voor een adequate ondersteuning van deze mensen en voor behandeling van hun psychische gezondheidsproblemen.  

Em. prof. dr. Anton Došen

Professor Anton Došen wad kinderpsychiater en psychiater en is als zodanig meer dan 30 jaar werkzaam geweest in de zorg voor mensen met een ontwikkelingsbeperking. Tegelijkertijd was hij verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen als bijzonder hoogleraar met als leeropdracht "Psychiatrische aspecten van verstandelijke beperking". Door zijn educatieve activiteiten en publicaties nam Anton Došen landelijk en internationaal een vooraanstaande plaats in op het gebied van diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking. Hij ontwikkelde het Schema voor Emotionele ontwikkeling (SEO) en het model van Integratieve diagnostiek en behandeling. Deze instrumenten worden gebruikt door hulpverleners in verschillende landen. Na zijn emeritaat zette Anton zich nog volop in voor de ontwikkeling van de zorg op het gebied van de geestelijke gezondheid bij mensen met een verstandelijke beperking. Op 3 januari 2023 is Anton Došen overleden. FORTIOR heeft enkele jaren intensief met Anton samengewerkt. Met ontzag hebben we altijd geluisterd naar Antons grote kennis en kunde die hij liet zien tijdens studiedagen, congressen en masterclasses. We denken met liefde en dankbaarheid aan hem terug.

Samenvatting: Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met een ASS en de implicaties voor de praktijk

Kinderen en adolescenten met autisme spectrum stoornis (ASS) ondervinden problemen in het omgaan met veranderingen, nieuwe situaties en in het participeren in sociale activiteiten. Steeds meer onderzoek wijst uit dat tekortkomingen in de emotionele ontwikkeling en met name emotieregulatie deels ten grondslag liggen aan deze problemen. In de lezing zal op de vraag worden ingegaan hoe verschillende aspecten van emotieregulatie invloed hebben op het sociaal functioneren en psychopathologie in kinderen en adolescenten met een ASS. Om deze vraag te beantwoorden wordt er gekeken naar verschillende aspecten van emotieregulatie, namelijk emotioneel bewustzijn, empathie en coping bij kinderen met en zonder ASS. Vervolgens wordt er uiteengezet hoe deze aspecten verbonden zijn met sociaal functioneren en internaliserende en externaliserende problematiek in kinderen met en zonder ASS. Er zal vervolgens worden ingegaan op hoe gedrag bij kinderen met een ASS anders geïnterpreteerd dient te worden vergeleken bij kinderen zonder ASS. De bevindingen zullen gekoppeld worden aan praktische implicaties voor therapie voor kinderen en adolescenten met ASS.  

prof. dr. Carolien Rieffe

Prof. Dr. Carolien Rieffe is in 1998 gepromoveerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op onderzoek naar Theory of Mind en emoties bij jonge kinderen. Daarna heeft zij eerst als Universitair Docent gewerkt aan de VU. Hierna ging ze naar de University of London, waar zij zich vooral richtte op alle aspecten van de emotionele ontwikkeling bij zich typisch ontwikkelende kinderen, kinderen met gehoorverlies en kinderen met een ASS. Sinds 2004 is Carolien werkzaam bij Ontwikkelingspsychologie aan Universiteit Leiden, eerst als Universitair Hoofddocent, en sinds 2010 is Carolien bijzonder hoogleraar op de leerstoel gevestigd door de NSDSK op emotionele en sociale ontwikkeling bij kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen. Carolien is het hoofd van de onderzoeksgroep Focus on Emotions bij de Universiteit Leiden, afdeling Ontwikkelingspsychologie. Deze groep onderzoekt in nauwe samenwerking met Centrum Autisme te Leiden, verschillende aspecten van emotionele competentie (empathie, emotie herkenning en emotie regulatie) van kinderen en adolescenten (2-15jr) met een ASS.  

Samenvatting: Psychofysiologische homeostase en gehechtheid

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een gehechtheidsrelatie een positief effect kan hebben op de psychofysiologische homeostase van de cliënt. Zo bleken cliënten met een ernstig verstandelijke beperking, ernstige gedragsproblematiek en een reactieve hechtingstoornis na ontvangen van de Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) een normale cortisol (stresshormoon) dagcurve te hebben, waar de dagcurve vóór de ITGG een abnormaal patroon had. Doordat de cliënt een gehechtheidsrelatie met de behandelaar opbouwt, ontwikkelt zich bij de cliënt een gewenste psychofysiologische homeostase. Uit ander onderzoek blijkt dat regelmaat in onder andere eten, slapen en activatie bijdraagt tot een adequate psychofysiologische homeostase bij de cliënt. Hieruit volgt de vraag: Waar moet men dan beginnen om de psychofysiologische homeostase bij een cliënt te weeg te brengen? Is het belangrijk om te beginnen bij regelmaat met betrekking tot eten, slapen en activatie? Of is het beter om te beginnen bij het stimuleren van een gehechtheidsrelatie? En wat is het verband tussen gehechtheid, gedragsproblemen en psychofysiologische homeostase? Tijdens de presentatie zal worden stilgestaan bij deze vragen. Er zal ook aandacht zijn voor de vraag: Welke factoren dragen bij tot het bevorderen van de psychofysiologische homeostase en vervolgens de emotionele ontwikkeling van een cliënt met een verstandelijke beperking? Wil men van te voren meer lezen over cortisol veranderingen tijdens behandeling van cliënten? Zie hoofdstuk 3: "Cortisol changes during psychotherapy in adolescents with a visual and intellectual disability and challenging behavior", in: Sterkenburg Paula S., 2008, Intervening in Stress, Attachment and Challenging Behaviour: Effects in Children with Multiple Disabilities.  

Dr. Paula Sterkenbrug

Paula Sterkenburg studeerde in 1991 af als 'kliniese sielkundige / clinical psychologist' aan de Noord-Wes Universiteit te Potchefstroom in Zuid Afrika en in 1993 als psycholoog aan de Universiteit Utrecht in Nederland. Ze werkt als gz-psycholoog/therapeut bij de afdeling psychotherapie van Bartiméus in Doorn en als universitair docent aan de Afdeling Ontwikkelingspedagogiek, Faculteit Psychologie en Pedagogiek en EMGO+ Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Binnen een samenwerkingsproject tussen de VU Amsterdam en Bartiméus heeft zij haar promotie onderzoek afgerond (PhD. 2008) met als titel: 'Intervening in Stress, Attachment and Challenging Behaviour: Effects in Children with Multiple Disabilities'. De VGN kende haar de 1e VGN Gehandicaptenzorgprijs (2007) toe voor de manier waarop zij een brug heeft weten te slaan tussen onderzoek en praktijk. In 2012 werd aan haar de Han Nakken prijs van de Rijksuniversiteit Groningen toegekend voor de meest opmerkelijke praktijkprestatie voor het werkboekje 'Vertrouwensrelatie voor ontwikkeling'.  

Samenvatting: Resultaten van het onderzoek naar de psychometrische eigenschappen van de SEO-R

Bij het inschatten van ondersteuningsbehoeften van personen met een verstandelijke beperking vormt de emotionele ontwikkeling een bijzonder aandachtspunt. De Schaal voor Emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking - Revised (SEO-R) biedt hiertoe zeer concrete mogelijkheden. De SEO-R werd ontwikkeld door een team van professionals (binnen het Steunpunt ExpertiseNetwerken vzw - SENvzw) in samenwerking met Prof. Anton Došen. Er is desondanks nog maar weinig bekend over de psychometrische eigenschappen van de SEO-R. In deze lezing worden de resultaten gebracht van een tweetal studies met betrekking tot de betrouwbaarheid en validiteit van de schaal. De eerste studie was gericht op het in kaart brengen van de interne consistentie en de inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid van de SEO-R bij 67 personen met een verstandelijke beperking (deze studie werd gefinancierd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en uitgevoerd door de Hogeschool Gent, Faculteit Mens en Welzijn in samenwerking met 'SEN-SEO een werkgroep rond emotionele ontwikkeling bij personen met een verstandelijke beperking'). De tweede studie onderzocht de correlaties tussen de SEO-R en de Vineland Adaptive Behavior Scales (VABSII) bij 24 personen met een verstandelijke beperking. De SEO-R heeft, blijkens studie 1, een hoge interne consistentie (Cronbach's Alpha: .95). De totale score van de SEO-R vertoont een goede interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Bij 10 van de 13 domeinen is er een goede tot matige interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Het onderzoek naar de validiteit is momenteel lopend. De resultaten zullen tijdens de lezing worden gepresenteerd. Daarnaast zullen de implicaties voor praktijk en verder onderzoek worden besproken. De presentatie is gebaseerd op de volgende literatuur: Vandevelde, S., Morisse, F., Claes, C., Poppe, L., Riské, L., Verduyn, A., Jonckheere, B. & Došen, A. (2014). The assessment of emotional development in persons with ID: Psychometric properties of the Scale for Emotional Development – Revised (SED-R). IASSIDD Europe Congress 2014 / 4th - International Association for the Scientific Study of Intellectual and Developmental Disabilities (IASSID), Vienna (14-17 July 2014).  

Prof. dr. Stijn Vandevelde

Prof. dr. Stijn Vandevelde is sinds 1 oktober 2013 aangesteld als tenure track docent orthopedagogiek bij de vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent. Tot dan was hij als docent verbonden aan de Hogeschool Gent, Faculteit Mens en Welzijn, opleiding Bachelor in de Orthopedagogie (sinds 2005). Zijn onderzoek en onderzoeksinteresses richten zich onder meer op de ondersteuning van personen met verstandelijke beperkingen en bijkomende gedrags- en emotionele stoornissen vanuit een krachtengerichte visie. Zie Website Vakgroep Orthopedagogiek >>

Samenvatting: Validering van een theorie van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de constructie van een observatieschaal

Veel professionals werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking onderstrepen het belang van het ontwikkelingsniveau van sociaal-emotioneel functioneren als uitgangspunt in de benadering van psychische en gedragsproblematiek. Daarbij wordt in de praktijk gebruik gemaakt van enkele observatie-instrumenten die de pretentie hebben om dit ontwikkelingsniveau te kunnen bepalen. Tot op heden heeft echter nog géén onderzoek plaatsgevonden naar de validiteit van de theorie of de theoretische concepten die aan deze observatie instrumenten ten grondslag liggen. Binnen het Departement Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit van Tilburg loopt op dit moment een onderzoeksproject dat tot doel heeft, om een theorie van de sociaal-emotionele ontwikkeling te valideren. Het beoogde eindproduct is een nieuwe observatieschaal die wat betreft validiteit en betrouwbaarheid voldoet aan de eisen van de COTAN. Het project vindt plaats in het kader van een promotieonderzoek. In de lezing zal in het kort het te valideren theoretische model worden gepresenteerd, alsmede de uitkomsten van een aantal pilot-studies van de afgelopen drie jaren. Tevens zal worden ingegaan op de discussiepunten en dilemma's die onvermijdelijk aan een dergelijk onderzoeksproject verbonden zijn.  

Drs. Jan Gielen

Jan Gielen is GZ-psycholoog. Tot aan zijn pensionering in 2014 was hij werkzaam binnen Lunetzorg, zorgaanbieder binnen de regio Zuidoost Brabant, waar hij als behandelaar was verbonden aan enkele behandelgroepen van kinderen en jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) en complexe problematiek. Daarnaast was hij behandelaar respectievelijk binnen Meriadoc in Geldrop, een centrum voor jong volwassen mensen met een autisme spectrum stoornis alsmede Opsy, onderdeel van de GGZ Eindhoven, met als doelgroep LVB-volwassenen met psychiatrische problematiek. Jan is op dit moment als buitenpromovendus verbonden aan het Departement Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit van Tilburg, waar hij zich toelegt op de validering van een theorie van de sociaal-emotionele ontwikkeling.  

Dr. Max Feltzer

Dr. Max Feltzer is verbonden aan de Universiteit van Tilburg, Departement Ontwikkelingspsychologie. Na een dienstverband van 40 jaar is hij na zijn pensionering in 2013 nog actief betrokken bij het onderwijs op het gebied van de kinder- en jeugdpsychologie en houdt hij zich met name bezig met het doen van onderzoek in het kader van enkele specifieke onderzoeksprojecten, waarbij ook enkele promovendi en een aantal studenten betrokken zijn. Het grootste onderzoeksproject behelst de validering van een theoretisch model van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de daaruit voortvloeiende ontwikkeling van een nieuw onderzoeksinstrument voor de bepaling van het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van kinderen; Drs. Jan Gielen en Dr. Max Feltzer zijn de projectleiders.

Abstract: Emotional Development in Adults with Intellectual Disability: Impact for the Understanding of Challenging Behaviors

Intellectual disability is not only associated with impairments in cognition, also the social and emotional development (ED) is often delayed. Recognition of these delays in ED may contribute to our understanding of the emotion-related impairments in adults with ID. On the background of high point prevalence rates of challenging behaviors (CB) in individuals with ID, the developmental approach may offer additional, tailored treatment options. Considering the basic emotional needs and understanding the motivations associated with a certain level of emotional development may be a starting points for treatment and support. In a retrospective study factors underlying CB in an adult, clinical ID sample (n = 203) were assessed. Aside from chronological age and presence of autism spectrum disorders, the level of ED was the most important predictor for challenging and self-injurious behaviors among people with ID and had an impact on the living and working situation. Moreover, depending on the level of emotional development, different emotional developmental disorders could be identified: First, contact disorder (arrest SAED-1 showing self injury, social withdrawal, stereotyped behaviors), second, disintegrated disorder (arrest in SAED-2 showing high irritability and aggression), and third, disorganized disorder (arrest in SAED-3, showing hyperactivity and attention seeking behavior). This detailed analysis of the origins of behavioral disorders may suggest priority areas for diagnostics and therapy, as these behaviors create obstacles to learning and productive labour. ED may be stimulated in individuals with ASD and ID to prevent or reduce problem behaviors, develop social and communication skills, and provide the prerequisites for participation in society and living a productive, satisfying life.  

Priv.-Doz. Dr. Tanja Sappok

Since 2006, Dr. med. Tanja Sappok works as senior physician at the "Berlin Treatment Center for adults with intellectual disabilities (ID) and mental disorders". Autism spectrum disorder (ASD) in adults with ID has her special interest. Even though ASD is a frequent co-morbidity (about 25%) in individuals with ID, it may not be recognized until adulthood. Due to the lack of appropriate diagnostic measures in adults with ID, she evaluated the feasibility and validity of instruments commonly used in children such as ADOS, ADI-R, and SCQ and adopted them for the use in adults. In addition, she developed ASD screeners such as the Autism-Checklist (ACL) for physicians and psychologists and the Diagnostic Behavioral Assessment for ASD - Revised (DiBAS-R) for close caregivers. Moreover, she examined the influence of ASD on emotional development and challenging behavior and on conceptualisation of emotional developmental disorders. Tanja is author and co-author of many articles and book chapters. Keywords: neurology, ASD and ID, emotional development, challenging behavior, diagnosis en treatment.

Doelgroep

Het symposium is met name bedoeld voor gedragsdeskundigen, (kinder)psychiaters en AVG-en die werkzaam zijn in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en/of een autisme spectrum stoornis.

 

Accreditatie

Voor dit symposium is accreditatie toegekend door:

  • het accreditatiebureau NIP/NVO:
    • K&J/OG opleiding – diagnostiek: 1 punt
    • K&J/OG opleiding – behandeling: 1 punt
    • K&J/OG opleiding – overig taken: 0,5 punt
    • K&J/OG herregistratie: 5 punten
  • Het Register Vaktherapie voor 5 punten
  • de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) voor 5 punten

">

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen, ontwikkelingen en onze informatieve artikelen