De inschrijfkosten zijn 195,00 inclusief materialen. FORTIOR is vrijgesteld van BTW.
Inschrijven nieuwsbriefMensen met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag laten via hun gedrag zien dat ze niet overweg kunnen met de manier waarop ze benaderd worden. Volgens Gerrit Vignero kan er in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking nooit genoeg rekening worden gehouden met elementen uit de ontwikkelingspsychologie. Hierin kunnen ook belangrijke handvatten worden gevonden om cliënten met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag te ondersteunen.
Enkele jaren geleden ontwikkelde Gerrit “De Draad”. In deze methode wil hij de ontwikkelingspsychologie vertalen in eenvoudige en bruikbare woorden voor begeleiders en ouders. Teambegeleiders, psychologen en orthopedagogen krijgen met de Draad een stap voor stap methode die ze in hun begeleiding kunnen gebruiken. De Draad wordt in Nederland en België al regelmatig met succes toegepast, zowel in voorzieningen voor cliënten met een verstandelijke beperking als in scholen voor zowel gewoon als buitengewoon onderwijs.
Tijdens deze studiedag leer je hoe je probleemgedrag vanuit het perspectief van de Draad beter kunt begrijpen en begeleiden.
Een cliënt met een verstandelijke beperking is voor zijn welzijn in hoge mate afhankelijk van professionals. Daarom moeten die professionals bewust bezig zijn met de relatie met hun cliënt. Van professionals mag dus worden gevraagd, dat ze zich aanpassen aan de cliënt. Die aanpassing bestaat vooral uit de afstemming op het emotionele ontwikkelingsniveau en op de daarmee samenhangende emotionele behoeften van de cliënt. Afstemmen op het emotionele ontwikkelingsniveau kan probleemgedrag helpen voorkomen of verminderen.
Gerrit Vignero gebruikt de draad als beeld voor de band tussen cliënt en begeleider en koppelt dit aan de fasen die een persoon in zijn emotionele ontwikkeling doorloopt. Het model van de draad is daarmee een hulpmiddel geworden voor begeleiders en andere professionals om op een andere manier naar een cliënt te kijken, in te schatten welke ondersteuning die cliënt nodig heeft en de ondersteuning of behandeling daarop af te stemmen.
Bij ernstig probleemgedrag (zoals agressie) wordt de relatie tussen de cliënt en zijn begeleiders ernstig op de proef gesteld. Er is vaak sprake van een dubbele breuk: een emotionele breuk en een handelingsbreuk. De handelingsbreuk betekent dat de activiteit waarmee men bezig was wordt afgebroken. De emotionele breuk ontstaat doordat de cliënt en begeleider beiden zo opgewonden zijn, dat er kortsluiting ontstaat in hun relatie.
Volgens Gerrit Vignero is het belangrijk dat de begeleider het initiatief neemt tot herstel van de handelingsbreuk en emotionele breuk. Het eerste herstel is het herstel van de handelingsbreuk door terug te gaan naar de activiteit die bezig was toe het probleemgedrag ontstond. Je neemt hier de draad weer op en de begeleider is samen met de cliënt bezig. Dit is de opstap naar het herstel van de emotionele breuk.
Deze online studiedag (ofwel webinar) is vanuit huis of kantoor te volgen. Het platform waarmee de training wordt gegeven is webex of zoom. Voor het volgen van de training heb je een laptop of PC nodig met een camera en stabiele, snelle internetverbinding. Brochures en schema’s worden vooraf per post naar je opgestuurd. De hand-outs worden vooraf per e-mail verstuurd. Het digitale certificaat als bewijs van deelname wordt achteraf naar je gemaild.
Tijdens zijn werk als orthopedagoog werd Gerrit geconfronteerd met moeilijke vragen van kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking. Deze vragen werden niet zo zeer gesteld in woorden maar in gedrag. Gerrit zocht naar handvatten om een antwoord te vinden op deze moeilijke vraagstukken. Deze vond hij in de ontwikkelingspsychologie met als belangrijke bronnen J. Bowlby, D. Stern, D. Winnicott, G. Cluckers en N. Vliegen.
Er zijn een aantal auteurs en wetenschappers, zoals D. Timmers-Huyghens, J. Heijkoop en A. Došen die de ontwikkelingsgerichte invalshoek toepassen bij mensen met een verstandelijke beperking en bij mensen met (ernstige) gedragsproblematiek. Deze auteurs vormen een belangrijke bron voor de methode “de draad”. Toen in Vlaanderen enkele jaren het project SEN-SEO zich ging toespitsen op het werk van Anton Došen werd de draad aan dit project gekoppeld.
De draad is onder andere gebaseerd op het werk van Anton Došen. Hij ontwikkelde een theorie over emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking. Anton Došen onderscheidt in de emotionele ontwikkeling van een persoon een aantal opeenvolgende fasen. De ontwikkeling begint met een adaptatiefase in de eerste zes maanden. En dan volgen fasen waarin iemand zich met anderen leert verbinden en daarnaast zichzelf ontdekt en zijn identiteit ontwikkelt.
Deze ontwikkelingsfasen bieden de mogelijkheid om bij een persoon met een verstandelijke beperking te bepalen op welk ontwikkelingsniveau hij zich bevindt. Vervolgens kan de ondersteuning van die persoon op dat ontwikkelingsniveau worden afgestemd. Voor Došen gaat het om die afstemming. Over- of ondervragen zorgt namelijk bij mensen met een verstandelijke beperking voor allerlei psychische en gedragsproblemen. Gerrit geeft met zijn model van de draad de mogelijkheid die afstemming te concretiseren.
De metafoor ‘de draad’ wil de emotionele ontwikkeling verhelderen voor ouders, verzorgers, kleuterleidsters, leerkrachten, begeleiders, enzovoorts. Het is een beeld om deze complexe realiteit eenvoudig voor te stellen en bruikbaar te maken voor een toepassing in de praktijk. De fasen die een kind en zijn ouders doorlopen, vormen de basis voor de sociaal-emotionele vaardigheden waarover een mens uiteindelijk beschikt. Met elke ontwikkelingsfase komt er een ander thema aan bod en leert het kind met een nieuwe emotionele bouwsteen om te gaan, waarbij Gerrit Vignero de vrijheid nam om deze te omschrijven als een type draad. Elk type draad heeft zijn eigen kenmerken zowel wat het kind betreft als wat de verwachtingen naar de ouder betreft.
Nadat de navelstreng als basisdraad is doorgeknipt, komt de baby ter wereld. Hulpeloos. Daarom zal de ouder tijd, ruimte en spanning reguleren waardoor er een emotionele basisstructuur ontstaat in het chaotische brein van de baby. (1) Binnen deze draad kan je een onderscheid maken tussen een aantal ingangen die ouders onbewust gebruiken: het spoor (voorspelbaarheid), de poort (emotie vorm geven), actie en reactie (de ouder als activity-center) en het samen doen.
Stilaan ontdekt de baby achter al dat reguleren de personen die reguleren. Het worden voor hem de allerbelangrijkste mensen. Er ontstaat een hechte draad. (2) Hij eist de aandacht van zijn ouders op door rond hen te cirkelen en hen op te eisen. Er ontstaat angst voor vreemden en het kind wordt eenkennig. ‘Jullie moeten mij aandacht geven.’
Omdat eenkennigheid belemmerend werkt voor de verdere ontwikkeling, gaan ouders vanuit deze hechting afwisselen tussen het bijtanken van de baby en het bieden van stimulansen om te exploreren. Hechting is essentieel, de draad doorgeven is even essentieel. Vanuit een voldoende veilige basis , is het belangrijk dat de baby kan bijtanken maar ook kan loskomen van de hechtingsfiguur. Om openheid naar anderen te creëren, gaat de ouder de draad doorgeven naar anderen. De ouder legt een lus in de draad die de peuter ondersteunt om te gaan exploreren. (3) Dankzij de cognitieve en de taalontwikkeling gaat het kind dit ook kunnen.
De kleuter voelt de draad, klampt er zich aanvankelijk aan vast maar leert stilaan lossen en zelf met de draad aan de slag te gaan. Hij wil zelf de draad trekken en test de draad op zijn sterkte, de aanzet tot gewetensvorming .(4) De hechting is sterk genoeg zodat de ouder het gezag kan houden en het kind het “ik en van mij” verder kan ontwikkelen.
De kleuter krijgt probeerruimte omdat de ouder afstandsbediening geeft (5). Er is afstandsbediening in het omgaan met regels, in het omgaan met anderen en de ruimere omgeving. Het kind krijgt probeerruimte om de wereld verder te verkennen en het begin van verantwoordelijkheid ontstaat.
Het lagere schoolkind leert omgaan met andere kinderen en belangrijke volwassenen en leert denken over zichzelf en de anderen (6). Dit gebeurt met vallen en opstaan waarbij het heel belangrijk is dat volwassenen kinderen in deze draad begeleiden.
Tijdens deze studiedag licht de docent Gerrit Vignero toe wat de methode de draad inhoudt en hoe deze methode specifiek kan worden toegepast op cliënten met ernstig probleemgedrag.
De volgende thema’s worden behandeld:
De inhoud van de studiedag heeft betrekking op kinderen, jongeren en volwassenen met een lichte, matige of ernstige verstandelijke beperking en probleemgedrag.
De dag is vooral bedoeld voor:
Accreditatie is toegekend door:
Heb je een andere accreditatie nodig dan hierboven staat vermeld? Dan kun je me FORTIOR overleggen of de accreditatie kan worden aangevraagd. Neem contact op via inschrijvingen@fortior.info
FORTIOR reikt aan het eind van de dag certificaten uit. Op het certificaat staan de accreditaties en hun ID-nummers vermeld.
Voor sommige registers van beroepsverenigingen, zoals bij NIP K&J / NVO OG, kwaliteitsregister Paramedici, KNGF, Register Vaktherapie en Registerplein, voert FORTIOR de presentie in. Hiervoor hebben wij het nummer nodig waarmee je in het register bent ingeschreven.
Als FORTIOR geen nummer van je heeft, dan kan de presentie niet worden ingevoerd. Zorg er dus voor dat je correcte nummer bekend is bij FORTIOR!
De studiebelasting van deze scholing bestaat uit het aantal contacturen. Het aantal contacturen is 5,5 uur.
De studiedag is te volgen zonder voorbereiding. Als je dat wenst dan kun je vooraf de aanbevolen literatuur doorlezen. Deze literatuur vind je onder de tap meer informatie.
Gerrit Vignero werkt sinds 1986 als orthopedagoog in het Medisch Pedagogisch Centrum (MPC) Terbank in Heverlee. MPC Terbank is een residentiële voorziening voor jongens en meisjes van drie tot 21 jaar met een lichte of matige verstandelijke beperking, gedragsstoornissen en/of emotionele problemen. Al heel vroeg in zijn werk als orthopedagoog ontdekte hij het belang van de ontwikkelingspsychologie voor het ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking.
Gerrit is geschoold in de methode Heijkoop. De vraag waar hij zich op richtte was: Hoe vertaal je ontwikkelingspsychologisch denken naar het orthopedagogisch handelen? Voor het antwoord op deze vraag maakte Gerrit gebruik van het werk van Jacques Heijkoop en van Anton Došen. Hij ontwikkelde een eigen model waarbij hij het beeld van de draad gebruikt om de relatie tussen cliënt en professional die bij de verschillende ontwikkelingsfasen hoort, weer te geven. Over zijn methode heeft Gerrit inmiddels drie boeken geschreven. ‘De draad’ werd oorspronkelijk vooral opgepikt in voorzieningen voor cliënten met een verstandelijke beperking. Inmiddels wordt het ook als werkvorm gebruikt in scholen zowel in buitengewoon onderwijs als gewoon onderwijs.
Gerrit geeft scholing in België en Nederland over zijn model en begeleidt (in België) casusbesprekingen.
Bekijk de docent
Ochtend | |
00:08 | Training wordt opengezet |
09:00 | Opening |
09:05 | De draad als metafoor voor de stappen in de emotionele en sociale ontwikkeling. |
10:45 | Pauze |
11:00 | Leren herkennen van het type draad bij een cliënt. |
12:30 | Lunchpauze |
Middag | |
13:15 | De methode in stapjes. |
14:15 | Pauze |
15:30 | Toepassing van de methode op casussen |
15:30 | Afronding + evaluatie |
Vignero, G. (2017). Ontwarring en ordening van de draad. Verbindend werken met cliënten met probleemgedrag. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN: 9789044135701. Bestel dit boek hier>>
Vignero, G. (2011). De draad tussen cliënt en begeleider. De emotionele ontwikkeling als inspiratiebron in de begeleiding van personen met een verstandelijke handicap.Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 978-90-441-2809-3. Bestel dit boek hier >>
Došen, A. (2014). Psychische stoornissen, probleemgedrag en verstandelijke beperking. Een integratieve benadering bij kinderen en volwassenen. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV. (vijfde herziene druk). ISBN 9789023252498. (pagina 85-147) Bestel dit boek hier >> (In de vierde druk is dit deel 2. Praktische benadering, p. 72-123).
Heijkoop, J. (2015) Ontdekkend kijken. Basisboek methode Heijkoop. Heijkoop academy. Bestel dit boek hier >>